Pagina:Algemeen Handelsblad vol 078 no 24408 Ochtendblad.pdf/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
2
ALGEMEEN HANDELSBLAD van VRIJDAG 14 APRIL 1905 — Ochtendblad. —



reest in Alkmaar steun werd aangeboden op voorwaarde dat, hetzij te Deventer, hetzij te Groningen de liberale candidatuur zou vervallen, is door de commissie van advies het volgende geantwoord:

Aan het Centraal Comité der afgevaardigden van vrijzinnige kiesvereenigingen in heb district Alkmaar, secretaris A. H. Bijleveld, te Alkmaar. Mijne Heeren!

In de commissie van advies is uw geacht schrijven van 10 April j.l. besproken.
Onze commissie heeft de eer u op dat schrijven te antwoorden, dat wij geen vrijheid gevoelen met uw comité over het denkbeeld in uw brief geuit, van gedachten te wisselen. Het is ons niet bekend of uw comité tot den Vrijzinnig-Democratischen Bond of de Liberale Unie in betrekking staat of bij een dier lichamen is aangesloten, maar hoe dit ook zij, het ligt niet op onzen weg, om, waar het de algemeene leiding der verkiezingen betreft, met anderen dan met de hoofdbesturen dier lichamen in besprekingen te treden.

De Commissie van Advies
(w.g.) M. TYDEMAN Jr., Voorz.
(w.g.) TER SPIL, Secretaris.

De nieuwe Kiesvereeniging ’s-Gravenhage district II heeft in haar algemeene vergadering gisteravond bij acclamatie als eenig voorloopig candidaat voor de aanstaande Kamerverkiezing in dat district gesteld het aftredend lid mr. W. Dolk.


De kiesvereeniging „Groningen” stelde als candidaat voor de Tweede Kamer Prof. Mr. J. Baron d’Aulnis de Bourouill, hoogleeraar te Utrecht.


Door de drie vrijzinnige kiesvereenigingen op het eiland Terschelling is evenals te Hippolytushoef op Wieringen, voor de a. s. Tweede Kamerverkiezing in het district „Helder” candidaat gesteld de heer C. V. Gerritsen.



Overzicht v. d. Inhoud

Buitenland.

Telegrammen: De Tsaar en de Boeren. — Uit de Hongaarsche Kamer. — Uit het Hoogerhuis. — Grieken en Bulgaren. — Het ontslag van Boström. (Pag. 1.)
De Russisch-Japansche oorlog. (Pag. 1.)

Binnenland.

Tweede Kamer: Zitting en Overzicht. — Amendementen. — Afdeelingsverslagen. — Memorie van Antwoord kanaal Zuid-Willemsvaart. (Pag. 1.)

Kamerverkiezingen 1905. (Pag. 1.)

Havenuitbreiding te Zaandam. (Pag. 2.)

Examens. (Pag. 2.)

De Grunewald-dansschool. (Pag. 2.)

Glazen étalage-kasten. (Pag. 2.)

Vergaderingen, Vrijdag 14 April.

11 u. Noord-Zuid-Hollandsche Stoomtramweg-Mij. Haarlem—Leiden, Jaarverg., Nut.
2 u. Hellingmans Bouw-Mij., Jaarverg., Odéon.
3 u. „Blasius” tot expl. van onr. goed., Jaarverg., Ruyschstraat 60.
3 u. Mij. „De Combinatie”, Jaarverg., Overtoom 136.
3½ u. Mij. „Oosterpark” tot expl. van bouwterreinen, Jaarverg. „Eensgezindheid”.
8 u. Kamer van Koophandel. Stadhuis.
8 u. Afd. Amsterdam der Ver. „Oost en West”. Spr. mejonkvr. M. von Schmidt auf Altenstadt over „Japan” American-Hôtel.
Leiden. 3 u. Biscuitfabriek „Nutrix”, Jaarverg., kantoor.
Arnhem. 2 u. De Geldersche houthandel, alg. verg., kantoor.
Zwolle. 1½ u. Overijsselsche Kanalisatie-Mij., alg. verg., Groote Sociëteit.
Tilburg. 11 u. C. A. Lampe’s Modemagazijn in liq., obligatiehouders, kantoor.
Gouda. 11 u. Goudsche Waterleiding-Mij., Jaarverg., kantoor.
Leeuwarden. 3 u. Algemeene Friesche Hypotheekbank, alg. verg., kantoor.

De Deputatenvergadering.

Prof. Bavinck werd gekozen tot voorzitter van het Centraal Comité en nam deze benoeming aan.



Congressen te Luik.

Bij Kon. besl. zijn benoemd tot gedelegeerden der Nederlandsche Regeering voor na te noemen in 1905 te Luik te houden congressen: voor het „congres international des Chambres de commerce et des Associations commerciales et industrielles”, jhr. C. F. van de Poll, voorzitter der Maatschappij van Nijverheid te Haarlem; voor het „congrès international des Mines, de la Métallurgie, de la Mécanique et de la Géologie appliquées”, H. J. E. Wenckebach, directeur-generaal der Staatsmijnen in Limburg, en C. Blankevoort, ingenieur der mijnen, beiden te Heerlen.

(„St. Ct.”)


Suiker.

In de „St.-Ct.” no. 89 is opgenomen het overzicht van de partijen ruwe suiker en basterd, gedurende de maand Maart 1905 op het gehalte onderzocht in het laboratorium van het bestuur der accijnzen te Amsterdam.



Nalatenschappen.

De „St.-Ct.’ no. 89 bevat den staat van nalatenschappen, berustende bij de weeskamers te Batavia, Semarang, Soerabaja en Makasser, die door de daarop rechthebbenden kunnen worden opgevraagd en ontvangen bij het dep. van koloniën.



Havenuitbreiding Zaandam.

Onze correspondent schrijft:
Om te gemoet te komen aan de bezwaren van die leden, die bedenkingen opperen tegen de aanplemping der bestaande balkenhaven, op grond dat de aldaar te verkrijgen bouwterreinen slechts zeer langzaam in exploitatie zouden komen, hebben de heeren Verkade, Brinkman, Endt, Van Doesburgh, Smit, Eilmann, Simonsz en Visser een voorstel bij den Raad ingediend om een gedeelte van die bouwterreinen te bestemmen voor arbeiderswoningen van ten hoogste ƒ 2 huur per week, welke in erfpacht zullen worden uitgegeven aan een vereeniging, vennootschap of stichting, die uitsluitend in het belang van verbetering der volkshuisvesting zal werkzaam zijn, onder bepaling, dat de jaarlijksche erfpachtsom voor den bouw van perceelen zonder bovenwoning zal bedragen 20 ct. per vierk. M. en voor die van perceelen met bovenwoningen, voor elke bovenwoning 10 cts. per vierk. M. hooger.
Voorts voegen zij hieraan toe, dat zij zich verbonden hebben onder medewerking van de heeren jhr. mr. C. A. Elias, burgemeester, en J. Windhouwer Pz., wethouder, om, indien niet van andere zijde intijds het initiatief wordt genamen om tot een dergelijke exploitatie dier perceelen te geraken, zelven de zaak ter hand te nemen en door te zetten.
Op die wijze zullen minstens 200 arbeiderswoningen van behoorlijke afmetingen en inrichting gesticht kunnen worden. De gemeente zal hierdoor, zeggen de voorstellers, gewaarborgd zijn, dat zij, zoodra die terreinen opgeleverd zullen zijn, of althans korten tijd daarna zal kunnen rekenen op een jaarlijksche opbrengst uit dien hoofde van minstens ƒ 4000, veronderstellende, dat geen perceelen niet bovenwoningen zullen worden gebouwd, terwijl de meer waarde hebbende gronden hierbij vrij blijven.



H. M. de Koningin-Moeder bezocht gisteren, vergezeld van freule Van de Poll en ridder Pauw van Wieldrecht, het gebouw van de Vereeniging „Het Kinderhuis” te ’s-Gravenhage.
H. M. werd ontvangen door den heer mr. J. Simon van der Aa, voorzitter, mej. A. Kalff, onder-voorzitster, de secretaresse mevr. Hofstede—Pauo Koolhaas, mej. Hoynck van Papendrecht en mr. J. P. de Meyere. De hooge bezoekster werd rondgeleid door de directrice mej. L. Kooy en de plaatsvervangende directrice mej. E. de Boer.
Alle localiteiten van het op uitdrukkelijk verlangen van H. M. in zijn gewone doen gelaten gebouw werden bezichtigd, ook de tuin met de eigen tuintjes der kinderen, en de speel- en gymnastiekplaats. Met belangstelling bezichtigde H. M. de producten der verschillende cursussen als timmeren, cartonnage, schoenlappen en handwerken, die de kinderen volgen.
Toen H. M. te ruim 1 uur vertrok, liet ze een feestgave achter om de kleinen eens te onthalen, en zongen de kinderen het Wilhelmus.



Bij K. B. is goedgekeurd aan de gemeente Franeker ten behoeve van den aankoop van terrein voor en den aanbouw van 20 woningen een voorschot te verleenen uit ’s rijks kas tot een maximum van dertig duizend gulden (ƒ 30,000).



Uit de Staats-Courant.

Kon. Besluiten. Benoemd: met ingang van den tweeden Dinsdag van Mei 1905 in den kolonialen raad der kolonie Curaçao: tot voorzitter M. S. L. Maduro en tot onder-voorzitter J. Möller, thans resp. die functiën bekleedende; H. Steketee, werktuigkundig ingenieur te Amsterdam, tot tijdelijk adspirant-Rijkslandbouw-ingenieur; tot directeur van het post- en telegraafkantoor te Barneveld H. Lijbaart, thans in gelijke betrekking te Smilde.
Bevorderd: tot officier in de orde van Oranje-Nassau P. M. Keller van Hoorn, predika-nt bij de Ned. Herv. gemeente te Dordrecht.
Eervol ontslag verleend aan: den vice-president van den Raad van Ned.-Indië P. M. L. de Bruyn Prince, op zijn verzoek, met ingang van 10 Augustus 1905, onder dankbetuiging voor de langdurige en trouwe diensten door hem aan den lande bewezen; den adj.-commies bij het dep. van kol. W. F. Gerdes Oosterbeek, op zijn verzoek; W. F. Morel, te Haarlem, op zijn verzoek, als landmeter van het kadaster; mr. H. G. C. Marcus te Nijkerk, op zijn verzoek, als dijkgraaf van den polder Arkemheen, provincie Gelderland; D. van Ramshorst, te Nijkerk, op zijn verzoek, als heemraad van den polder Arkemheen, provincie Gelderland.
Minist. Beschikkingen. Bij beschikking van don min. van waterstaat is aan W. van der Heide, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als amanuensis aan de Rijks hoogere land-, tuin- en boschbouwschool te Wageningen.



* UTRECHT, 13 April. Heden had de stemming plaats voor de verkiezing van een lid van den Gemeenteraad in district A, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer dr. P. Q. Brondgeest (lib.).
De uitslag is als volgt: Uitgebracht 1857 geldige stemmen, waarvan 908 op den heer L. H. N. Dufour, candidaat der liberale Utrechtsche kiezersvereeniging en van de Oud-Christelijk-Historische kiezersvereeniging, 685 op den heer J. M. A. Zoetmulder, candidaat der Roomsch-Kath. kiesvereeniging en van de a.-r. kiesvereeniging „Nederland en Oranje” en 264 op den heer A. Dijkstra, candidaat der S. D. A. P., zoodat herstemming moet plaats vinden tusschen de heeren Dufour en Zoetmulder.

* BAARN, 13 April. Het Nutsdepartememt hield gisteravond zijn jaarvergadering. Medegedeeld werd, dat de Raad dezer gemeente ƒ 900 subsidie ’s jaars voor de nieuwe ambachtsteekenschool heeft toegezegd en dat van het hoofdbestuur ƒ 500 wordt toegestaan in de kosten van meubileering enz. van het nieuwe Nutsgebouw. Aangenomen werd een voorstel van het hoofdbestuur om het getal bestuursleden van 3 op 5 te brengen. Het werd aldus samengesteld: dr. A. J. A. Thomas, voorzitter; W. Heybroek Jr., vice-voorzitter; T. Pluim, secretaris; W. F, Donath, 2e secretaris en J. Dekker, penningmeester. In de commissie voor de teekenschool werden gekozen de hh. J. D. F. van der Veen en J. Schinkel; voor de volksbibliotheek, die in ’t nieuwe Nutsgebouw gevestigd zal worden, de heeren J. W. Knipscheer, bibliothecaris, en H. G. Hoegsma, commissaris.

* LEEUWARDEN, 12 April. In een hedenavond, onder het voorzitterschap van den heer mr. J. A. Stoop, gehouden vergadering van de vereeniging „Nijverheid” is besloten om 1o. ter viering van het vijftigjarig bestaan der vereeniging in 1906 hier te houden een tentoonstelling in overeenstemming met het doel der vereeniging, met medewerking van de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer en van de Vereeniging tot bevordering van nijverheid, landbouw, veeteelt en tuinbouw, beide alhier; 2o. het bestuur te machtigen, eenige leden uit zijn midden af te vaardigen naar eene uit deze drie vereenigingen samen te stellen commissie van voorbereiding; 3o. aan die commissie het recht te verleenen: a. De plannen der tentoonstelling in hoofdlijnen te ontwerpen; b. aan een door dezelfde commissie te kiezen comité de uitvoering van de plannen op te dragen; 4o. die commissie bedoelde volmacht te verleenen onder deze voorwaarde, dat alle winsten en verliezen gelijkelijk zullen worden verdeeld, tenzij een der samenwerkende vereenigingen haar verlies wenscht te beperken tot een lager bedrag dan een der andere.
— In de heden gehouden vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken is besloten te ondersteunen het door de Kamer in Opsterland aan den minister van waterstaat ingediend adres om maatregelen te willen nemen, waardoor aan postambtenaren of -beambten slechts onder zeer beperkende voorwaarden het handel drijven toegestaan of, zoo dat mogelijk is, geheel verboden wordt.



Gemengde Berichten.

Door gas gedood.

Weer is een Italiaan, korist van de Italiaansche Opera, genaamd Oreste Stampanoui te ’s-Gravenhage gisteren dood in zijn bed gevonden op zijn kamer in een huis op den Nieuwen Uitleg verstikt door gas, dat ontsnapt was doordien de schuifinrichting te veel naar beneden was getrokken.



De timmerlieden-actie te Hilversum.

Onze Hilversumsche correspondent meldt:
Op de vergadering van de R K. timmerlieden-vereeniging „St. Joseph” verklaarden zich 18 stemmen vóór en 13 tegen staking.
Aangezien echter voor een dergelijk besluit volgens de statuten twee derden der uitgebrachte stemmen worden gevorderd, heeft die vereeniging zich dus verklaard vóór het zich nederleggen bij de door de patroons genomen beslissing. Heden, Vrijdagavond, zal in eene openbare vergadering der georganiseerde en niet-georganiseerde timmerlieden de eindbeslissing genomen worden.



Rotterdamsche Diergaarde.

In de gisteravond gehouden algemeene vergadering werd verslag uitgebracht, waaruit bleek dat 1904, dank zij het gunstige weer, tot de goede jaren mag worden gerekend, wat het bezoek betreft. Niet minder dan 72,484 vreemdelingen kwamen den tuin bezichtigen, ongerekend nog het aantal tijdelijke kaarten en de introductiebiljetten.
Daarentegen verminderde het ledental met 22, wat aan minder gunstige tijdsomstandigheden en aan het verlaten der stad door gegoeden wordt toegeschreven.
De verzameling dieren werd, niettegenstaande vele sterfgevallen, op sterkte gehouden. De plantenverzameling, de musea en de bibliotheek werden met menig geschenk verrijkt.
In aanbouw is een nieuw apenhuis.
De ontvangsten hebben bedragen ƒ 185,217, waaronder aan contributiën der leden ƒ 120,599 en aan entrée’s van vreemdelingen ƒ 27,533. De uitgaven beliepen ƒ 154,758. Daardoor steeg het kapitaal, voor uitbreiding beschikbaar, tot ƒ 224,580.



Branden.

Te Ingen (Betuwe) ontstond brand in het huis van G. Vonk, dat behalve door den eigenaar, ook bewoond werd door W. de Jager. Het huis was weldra uitgebrand, de inboedels werden gedeeltelijk gered. Huis en inboedel van G. Vonk waren tegen brandschade verzekerd, de inboedel van W. de Jager echter niet. De oorzaak is onbekend.
— Te Paterswolde ontstond brand in de behuizing van Jb. Helder. Alles werd een prooi der vlammen. Oorzaak onbekend. Alles was verzekerd.
— Te Enschede brak door onbekende oorzaak brand uit in de woning van L. in de Deurningerstraat. Het voorvertrek brandde uit. Assurantie dekt de schade.
— Te Oostwold brandde de woning van den winkelier H. Boneschansker, mede bewoond door den arbeider B. Smidt, nabij de kerk, uit. Weinig kon gered worden, maar verzekering dekt de schade.



ZEE- EN LANDMACHT.

Uit de Staatscourant.

Bij Kon. besl. is aan de officieren van gezondheid 1ste kl. bij de zeemacht Y. Postma en J. D. de Blecourt eervol ontslag uit den zeedienst verleend, onder toekenning van pensioen, voor eerstgenoemde ad ƒ 1835 en voor laatstgenoemde ad ƒ 1338 ’s jaars. Bevorderd tot officier van gezondheid 1ste kl., de officieren van gezondheid 2de kl. J. de Hoop en M. van Willigen.
Voor den tijd van 3 jaren is bij het leger in Nederland gedetacheerd, met bestemming om werkzaam te zijn als leeraar aan de Kon. Mil. Academie, de eerste-luitenant der infanterie van het leger in Nederl. Indië G. Ström, thans gedetacheerd bij de koloniale reserve.
Benoemd met ingang van 1 Mei 1905, bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht, tot officier van gezondheid 2de kl., de burgergeneeskundigen (artsen) A. F. Soer en J. J. C. de Boer.



Bij beschikking van den minister van oorlog is benoemd tot vaandrig bij het 6e reg. infanterie de reserve-sergeant A. van Kalken van het 5e reg. infanterie.
— De kapitein J. van Toorenenbergen van het 7e reg. infanterie, alhier, wordt 1 Mei a.s. gedetacheerd te ’s-Gravenhage tot het volgen van tactische oefeningen onder leiding van den luitenant-kolonel A. Hoogeboom.
— De 2e-luitenant-kwartiermeester C. de Bas van het 7e reg. infanterie, alhier, die voor den tijd van 4 maanden is gedetacheerd bij het 1e reg. huzaren te Deventer, keert de volgende week in het garnizoen alhier terug.
— De artsen N. H. Meijer en A. W. van Kleeff zijn voorgedragen voor benoeming tot officier van gezondheid 2e kl. bij de landmacht.
— De reserve-2e-luitenant N. Voorhoeve van het regiment grenadiers en jagers wordt wegens lichaamsgebreken uit den dienst ontslagen.
— De conducteur van de artillerie der 2e kl. bij de magazijnen te Woudrichem A. J. Lem wordt benoemd tot conducteur der artillerie 1e kl.
— De gouden medaille is uitgereikt aan den conducteur der artillerie 1e kl. J. J. Haringcarspel, bij de magazijnen der artillerie-inrichtingen aan de Hembrug.



ONDERWIJS.

Academische examens.

Utrecht. Doct. rechtsw. J. W. van der Jagt.

Akte-examens L. O.

Amsterdam, 13 April. Geëxamineerd 8 candidaten. Geslaagd de dames L. A. Barghoorn, H. M. Bartels en M. C. E. Bekker van Amsterdam, H. M. L. Belzer van Diemen, C. S. Bemelman en A. M. Boeser van Amsterdam.
s-Gravenhage, 13 April. Geëxamineerd 8 mannelijke candidaten; geslaagd : A. G. J. Deurman, Den Haag; Th. Remmerswaal, Wassenaar; J. A. A. Penders, P. J. J. Mertens, beiden Den Haag; J. van der Zwart, Valkenburg (Z.-H.); A. P. Leeuwenburg, Barendrecht en J. den Boer, Pernis.
Haarlem, 13 April. Geëx. 8 cand., afgewezen 1, toegelaten 7, nl. de heeren: H. G. Scholten, D. van Schooneveld, F. Sjoukes, A. F. L. Stapel, Y. Swaagstra, A. Theil en J. F. Tienstra, allen van Haarlem.
Middelburg, 13 April. Geëx. 8. candidaten; geslaagd de heeren: W. D. van der Moer, Middelburg; P. J. Fermont, Boschkapelle; D. van Male, Schoondijke; A. J. Pauw, Neuzen; P. M. G. de Rijk, Stoppeldijk, en J. de Vries, Hontenisse.
Utrecht, 12 April. Geëx. 8 cand.; geslaagd de dames: J. L. Vermeer, Harderwijk; W. L. Schouten, Putten; F. Veldhuizen, Amersfoort; P. A. Verhoef, Gouda; J. H. v. d. Hoeven, Amersfoort.
Utrecht, 13 April. Geëx. 8 candidaten; geslaagd de dames: J. Brons, Ermelo; N. Oostenrijk, Gouda; A. M. van Strien, Amerongen; M. H. Koster, P. Koster en A. van Zoelen, Utrecht.
s-Hertogenbosch, 13 April. Geëx. 8 candidaten; geslaagd, de heeren: C. J. Gudde, ’s-Hertogenbosch; L. S. J. Fisscher, Tiel en P. Boet, Zuilichem.
Breda, 13 April. Geëxamineerd 8 candidaten; geslaagd de heeren J. J. F. van Dinther, Oudenbosch; J. C. van Eijl, Tilburg; H. A. J. Feyen, Sprundel; A. Groffen, Bergen-op-Zoom; P. A. Groof, Oudenbosch.
Maastricht, 13 April. Geëx. 8 candidaten; geslaagd de dames: C. E. Laporte, D. S. van Amesfoort, M. M. Valk en G. J. Wahlen, allen te Reuver.
Arnhem, 13 April. Geëx, 8 mannel. cand. Geslaagd: J. Coops, W. Hoekstra, H. J. Kaptein, F. Kl[a]zing, W. Roosjen en J. W. Schutte, allen te Nijmegen; A. P. Jungeurt te Doetinchem.
Zwolle, 13 April. Ge8x. 8 mannel. cand.; geslaagd de hh. J. Hilvers te Hoogeveen, R. Schoemaker te Diever en E. C. Stuldreher te Almelo.
Leeuwarden, 13 April. Geëx. 8 candidaten; geslaagd de heeren: G. S. Schimmelpenning, te Herbaijum; b. Strubbe, te Franeker; L. Tigchelaar, te Harlingen; H. Bosma, te Wolvega; G. J. de Vries, te Sneek.



Ex. Rijkskweekschool vroedvrouwen.

Bij beschikking van den min. van binnenl. zaken zijn benoemd van de commissie die voor 1905 belast zal zijn met het afnemen van het toelatingsexamen voor ’s Rijks Kweekscholen voor vroedvrouwen tot lid en voorzitter: dr. J. P. Dozy, oud-inspecteur voor het geneeskundig staatstoezicht te ’s Gravenhage; tot leden: L. Looijen, hoofd van de Groen van Prinstererschool te ’s-Gravenhage, tevens secretaris; H. J. Schoo, hoofd eener school te Amsterdam, en mejuffrouw J. G. Groeve, hoofdonderwijzeres aan ’s Rijks Kweekschool voor vroedvrouwen te Rotterdam; tot leden-plaatsvervangers: J. Heyting, hoofd eener school te Amsterdam; J. M. van Kleeff en J. Kohnhorst, beiden hoofdonderwijzer te ’s-Gravenhage.

(„St.-Ct.”)


Bij beschikking van den min. van binnenl. zaken is, met ingang van 1 Juni 1905, Op zijn verzoek, eervol ontslag verleend aan P. B. Plasmeijer, als amanuensis aan de Rijks Hoogere Burgerschool te Alkmaar.

(„St.-Ct.”)

Te Ter Neuzen is een afdeeling opgericht van de vereeniging „Volksonderwijs”, welke aanvankelijk reeds 80 leden telt.



KERKNIEUWS.

Ned. Herv. Kerk. Bedankt voor Oosterend op Texel J. G. Steenbeek Jr., te Weesp; voor Oosthuizen door H. J. E. Verweij, te Zaandijk.
Aangenomen naar Diever door J. B. v. Dalfsen te Ter Apel.
Beroepen te Zwartsluis J. Luuring, te Nes en Wierum.
Christ. Geref. Kerk. Bedankt: Voor Hoogeveen, M. Koomans, te Zwolle. Voor Zierikzee door A. v. d. Heijden, te Dordrecht.



KUNST EN WETENSCHAPPEN.

Stadsschouwburg.

Wij herinneren onzen lezers aan de voorstelling hedenavond van het Antwerpsche gezelschap, dat geven zal „Les Maris de Léontine”, met vooraf „L’Enquête”.

De Grunewald-dansschool.

Hoe vast Isadora Duncan gelooft in den dans der toekomst, dien zij reeds bezig is te verwezenlijken, blijkt wel uit de oprichting harer dansschool te Grunewald bij Berlijn. 25 Meisjes heeft zij daar opgenomen in een school, waar zij verzorgd worden, onderwijs krijgen in de gewone schoolvakken, in muziek en vooral in lichaamsbeweging en dansen. Isadora Duncan is zekér — op een eenvoudige, rustige manier spreekt deze vrouw met benijdenswaardige zekerheid over haar denkbeelden en hunne verwezenlijking — dat van dit centrum eens de dans der toekomst over de Aarde zal worden verspreid. En zij heeft onder haar 8- of 10-jarige leerlingen er reeds met genialen aanleg voor de bewegingskunst.
Of er in ons land ook aanleg schuilt voor danseressen der toekomst? Isadora Duncan zou niet weten waarom niet. Als er kinderen zijn, welke de ouders aan haar willen toevertrouwen, meisjes onder de acht jaar, dan wil zij ook wel een paar Hollandsche opnemen, zooals zij er reeds heeft uit Duitschland, Engeland, Amerika, zooals zij er ook een paar krijgt uit België.
In het Amstel-Hotel, waar zij logeert, zou miss Duncan gaarne kinderen zien, wier ouders deze opleiding verlangen. Zij moeten een: proeftijd van drie maanden doormaken.
Uit afbeeldingen in de Berl. Illustrierte Zeitung en den tekst daarbij, zou men afleiden dat de kinderen het in de „Grunewald Tanzschule” best hebben bij hunne opleiding voor den „dans der toekomst.”

De „St. Ct.” no. 89 bevat het verslag aan den minister van binnenl. zaken over den staat van het Kon. Conservatorium voor Muziek over het jaar 1904.



RECHTZAKEN.

Haarlemsche Rechtbank.

De Haarlemsche Rechtbank veroordeelde C. de Graaf, wegens inbraak bij de vennootschap „Laurehs Coster”, tot 6 maanden gevangenisstraf, met aftrek van den tijd in voorloopige hechtenis doorgebracht. De. helers De Jong, Hermus en Hofstee werden tot dezelfde straf veroordeeld.
De gebroeders A. en D. Godefrooy, beruchte inbrekers, werden voor een serie diefstallen veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf. De eisch was 3 jaar voor elk.
Eindelijk deed de Rechtbank uitspraak in de zaak van den gemeente-veldwachter Kwantes, te Hillegom, beschuldigd van mishandeling, doch voor wien vrijspraak was gevraagd, welke eisch de Rechtbank inwilligde.



VISSCHERIJ.

Gisteren waren ter markt aan het Kralingscheveer: 24 Winterzalmen, ƒ 1.80—2.10 per K.G.; 225 Elften, ƒ 1.50—5 per stuk.


Gisteren zijn aan den Rijksafslag te IJmuiden aangevoerd de vangsten van 14 stoomtrawlers, — stoombeugers, 1 kotter, — sloepen, 5 kustvisschers, 2 loggers, 1 bom.

Trawlvisch.

hoogste laagste
Aanvoer: prijs prijs
20 kisten tarbot 48.50 17.— p. 30KG.
17 griet 42.30 14.50
883 stuks gr. tong 1.12 0.50 p. stuk
3326 midd. tong 0.63 0.29
3618 kleine tong 0.20 0.12
2 kisten groote schol 16.— 15.— p. KG.
5 middel schol 13.50 8.50
104 zet schol 7.50 3.50
2041 kleine schol 3.50 1.10
396 schar 1.40 0.65
bot
220 stuks rog 21.— 11.— p. 20 st.
7 vleet 2.15
52 kisten pieterm. en poon 3.90 2.50 30 st.
2 gr. korschelv. 22.— p. 50 KG.
mid. korschelv. —.— —.—
10 kl. midd. korschelv. 14.50 12.—
kleine korschelv.
321 stuks kabeljauw 1.30 0.50 p. stuk
6 kisten gul 5.50 4.50 p. KG.
6 stuks leng 1.15 p. stuk
1 heilbot 7.50
200 kisten wijting 3.— 1.40 p. 30 KG
1 makreel 6.70 p. stuk


AANBESTEDINGEN.

Aan het ministerie van marine is aanbesteed: de levering van 407 stuks tonsteen ten behoeve van ’s Rijks betonning. Minste inschrijver was H. J. Bosmam te Rotterdam voor ƒ 2632.60.



Door het gemeentebestuur van ’s-Gravenhage is aanbesteed: 1e het bouwen van een 2e burgerschool aan den Noord-Westbuitensingel. Minste inschrijver de heer S. A. Stolk, te Rotterdam voor ƒ 54,600.
2e. Het rioleeren van de Assendelfststraat, Varkenmarkt, de Laan, het Hooge Zand, de Raamstraat, de Gedempte Burgwal en de Vos in Tumstraat (in 2 perceelen). Minste inschrijver de heer H. v. Osch, te Den Haag voor ƒ 18,698 in massa.
3e. Het verrichten van buiten- en binnenverfwerken aan verschillende gemeentescholen en gebouwen. Laagste inschrijver de heer C. Sterk, te Bodegraven voor ƒ 3100 (perceel 1) en ƒ 13,390 (perceel 2—8).



Door de architecten Z. Hoek en J. Th. Wouters is te ’s-Gravenhage aanbesteed het bouwen van een villa, aan de Frederik Hendriklaan. Laagste inschrijver de heer H. Frowijn te Scheveningen voor ƒ 19,580.



STADSNIEUWS.

Uit de diamantnijverheid.

In het gebouw „Plancius” werd gisteravond eene vergadering gehouden van brillantsnijders en snijdsters. Met 553 stemmen voor, 49 tegen en 5 blanco werd aangenomen het voorstel van het Bondsbestuur om aan de Amsterdamsche Juweliersvereeniging 25% loonsverhooging te vragen. Gelijk men weet werd dit voorstel in eene vorige vergadering verworpen, maar de A. J. V. weigerde te onderhandelen op de basis van tariefsverhooging, gelijk door de vorige vergadering gewenscht werd.



Glazen etalage-kasten.

Verschenen is het afwijzend praeadvies van B. en W. op het adres van P. M. Broekmans, waarbij ontheffing wordt verzocht van de bepaling, opgenomen in de door hen gegeven vergunning tot het verbouwen en vereenigen der perceelen Heerengracht 439 en Koningsplein 20, luidende: „voor zoover de étalageruimten niet door kasten van de winkelruimte zijn afgescheiden, moeten zij van deze ruimte worden afgescheiden door wanden van electroglas”.
Bij dit praeadvies is ter toelichting gevoegd een rapport van den commandant der brandweer, met wiens beschouwingen B. en W. zich in het algemeen kunnen vereenigen.
In dit rapport schrijft de heer Meier o.m.:
In de laatste jaren verrijzen ook hier ter stede vele winkelpanden, waarbij men zich niet meer tevreden stelt met eene glazen étalage-pui op de gelijkstraatsche verdieping, dooh waarvan de aan de straat gelegen gevel of gevels van beneden tot boven zoo goed als geheel uit glas bestaan. Metselwerk komt in die gevels niet of zeer sporadisch voor; eene ijzerconstructie dient tot dracht van vloeren en voor omlijsting der groote spiegelruiten.
De tegenwoordige Bouwverordening heeft met dergelijke glazen gebouwen geene rekening gehouden; zij kent, wat betreft hetgeen ik zoude willen noemen brandgevaar in het groot, slechts twee voorschriften, n.l. dat strekkende tot wering van houten gebouwen, alsmede de bepaling betreffende onbrandbare dakbedekkingen, voorschriften, welke reeds van ouds dateeren en hun oorsprong te danken hebben aan stadsrampen. Ware door die voorschriften het gebruik van brandbare materialen bij den bouw van perceelen niet in groote mate beperkt geworden, dan zouden dergelijke rampen thans nog zijn voorgekomen, ook al zou de inrichting der brandweer tot veel grootere volkomenheid opgevoerd zijn dan tegenwoordig het geval is. Ik stipuleer dit, omdat velen van de macht der brandweer tegenover groote branden eene zeer overdreven voorstelling hebben. Eene goede brandweer is slechts dàn machtig, als de omvang van den brand van dien aard is, dat zij met haar personeel en materieel hem in kan sluiten. Wordt door bijzondere omstandigheden die omvang plotseling zeer groot, te groot voor hare middelen, dan kan het geval zich voordoen, dat zij eene groote uitbreiding niet kan beletten.
Waar houten gebouwen en brandbare dakbedekkingen thans geweerd worden en in de bebouwde kom niet meer of althans niet in groote complexen voorkomen, bestaat in dat opzicht geen vrees, dat een brand daar zoo spoedig groote afmetingen aan zal nemen, dat hij aan de werkings-sfeer der brandweer kan ontsnappen. Doch de moderne bouworde heeft gevaren van anderen aard medegebracht en het is zaak deze onder de o0gen te zien voordat het te laat is.
Breekt in een gebouw met één, erger nog met twee glazen gevels, een ernstige brand uit, dan kan de brandweer in den aanvang daar slechts weinig tegen doen. Zonder zeer groot levensgevaar voor haar personeel kan zij die gevels niet naderen, zoolang de hooge glazen pui niet zoo goed als geheel ter aarde ligt. Het gevolg is dat in het begin geen afdoende bestrijding van den brand kan plaats hebben en hiertoe eerst kan worden overgegaan als uit de groote, voorheen door glas ingenomen, gevelopeningen de vlam fel uitslaat. Staat nu een tweede dergelijk pand nevens het brandende, dan zal het kunnen voorkomen, dat de ruiten van het eerste springen en ook dat pand wordt aangetast; evenzeer is in smalle straten dan groot gevaar aanwezig voor het overslaan van zulk een brand naar een tegenover gelegen winkel met glazen pui. Op dergelijke wijze is het denkbaar, dat, onder ongunstige omstandigheden, een brand afmetingen aanneemt, welke eene directe beperking door de brandweer niet mogelijk maken, waardoor in winkelstraten een ramp zoude kunnen ontstaan. Men behoort daarom niet te vragen, wat het gevaar is van een op zichzelf staanden winkel van glas, doch hoe het daarmede gesteld zal zijn als de winkelstraten zoo goed als geheel uit dergelijke panden zullen bestaan; en dat het bij de tegenwoordige eischen voor de inrichting van winkelgebouwen daartoe zal komen, lijdt bij mij geen twijfel.
Ter bestrijding van het gevaar is een oplossing gevonden in de toepassing van electro-glas. Dit glas is volkomen doorzichtig en verschilt, wat zijn samenstelling betreft, hoegenaamd niet met gewoon glas. Een raam van electroglas is echter vervaardigd uit kleine ruitjes, gevat in koperen roeden, waaraan het glas langs electro-chemischen weg zeer innig verbonden is. De kleine afmetingen der ruitjes, in verband met genoemde innige verbinding aan de roeden, maken dat het glas lang weerstand biedt tegen het vuur; er springen geene of slechts zeer kleine stukken uit en het bezwijkt eerst, als de warmte den smeltingsgraad van glas bereikt heeft. Eene onbrandbare afscheiding wordt dus met electro-glas niet verkregen, maar wel eene, welke het vuur vrij lang tegenhoudt.
Welke kunnen nu de bezwaren zijn van het op bovenvermelde wijze toegepaste electro-glas? Adressant noemt de volgende. In de eerste plaats zegt hij, dat door de kleine ruiten het licht belemmerd wordt. Dit nu is een bezwaar, dat zeer overdreven wordt voorgesteld; een bezoek aan den nieuwen winkel Leidschestraat hoek Heerengracht, waar de étalagekasten door dit glas zijn afgesloten, zal dit duidelijk doen blijken. Al zijn de ruitjes klein, ook de roeden zijn smal en de gezamenlijke oppervlakte dezer laatste is zeer gering ten opzichte der gezamenlijke glasoppervlakte. Dat in een winkel als die van adressant, welke met twee glazen gevels aan den openbaren weg ligt, door de bedoelde afsluiting der winkelkasten te weinig licht in de winkelruimte zoude doordringen, is dan ook volkomen onaannemelijk. Verder betoogt adressant, dat de inferieure qualiteit van het glas aan het licht een tint geeft. Dit bezwaar is alleen dàn juist, wanneer eene inferieure qualiteit glas gebruikt wordt, doch vervalt volkomen, wanneer men glas van goede hoedanigheid koopt; een bezoek aan den reeds genoemden winkel op den hoek der Leidschestraat, waar men electro-glas van goede qualiteit heeft aangebracht, zal ook dit bezwaar ongegrond doen blijken.
Juist is het, dat het inzicht van buiten af in den winkel door die afscheiding eenigszins belemmerd wordt; men ziet door de kleine ruitjes het inwendige van den winkel niet zoo goed als wanneer elke afscheiding ontbrak. Doch dat dit een bezwaar van beteekenis zoude zijn, kan ik niet aannemen. De winkelier wil zijne étalage laten zien en daarin wordt hij door het bedoelde voorschrift hoegenaamd niet belemmerd; integendeel, die étalage komt beter uit. Wat nu het groote belang kan zijn, dat men van buiten af een eenigszins beter gezicht heeft op eenige hoog in den winkel opgestapelde winkelgoederen is mij niet duidelijk; beneden wordt het inzicht toch vrijwel door de étalage zelf belemmerd.
Dat het electro-glas het inwendige van den winkel zoude ontsieren kan ik evenmin toegeven; dit is intusschen een quaestie van smaak.
Er is echter een ander bezwaar, dat adressant niet noemt, doch dat m. i. het eenige juiste is, en wel clat der meerdere kosten. Een vk. M. goed electro-glas kost pl.m. ƒ 25 en de toepassing van het door mij aangegeven voorschrift zal dus bijzondere uitgaven vorderen. Dit bezwaar behoort natuurlijk te wegen, doch mag niet te zeer gelden, waar het percentage der meerdere kosten ten opzichte der gezamen[lijke] uitgaven voor zulke inrichtingen toch nog [zeer?] gering is. In elk geval behoort het ter zijde [ge]steld te worden, waar alleen door dat v[oor]schrift de eischen der veiligheid met die [van] den voor het bedrijf gewenschten winkelbe[hoefte?] vereenigd kunnen worden. Men behoort te o[ver]wegen, dat de overheid niet alleen reken[schap] heeft te houden met de eischen van den ind[ivi]dueelen bouwer, doch er voor heeft te wak[en,] dat de belangen van anderen door die eisch[en] niet geschaad worden.
Het is mijne meening, dat het verzoekschr[ift] niet zoude ingekomen zijn, indien de Geme[en]teraad niet de door mij zeer betreurde besliss[ing] had genomen in zake het gebruik van elect[ro-]glas in den toegang tot den winkel van Caes[ar?] in den Nieuwendijk. Als gevolg van die [be]slissihg zullen nog wel andere verzoeken [in]komen om vrijstelling van het gebruik van d[it] glas, waar dit in de bouwvergunning, voor w[elk] doel ook, is voorgeschreven; den dag na de [be]doelde beslissing was er reeds een belangh[eb]bende bij mij, die verklaarde nu ook vrijstell[ing] te zullen vragen, waar deze evenzeer aan C[ae]sar verleend was, al had het voorgeschrev[en] gebruik van dat glas bij hem ook eene gehe[el] andere strekking dan bij laatstgenoemde, [in] herinnering zij gebracht, dat ook bij Caesar [de] étalagekasten met electro-glas van den wink[el] zijn afgescheiden, waartegen nimmer bezwaar [is] gemaakt.

De commandant der brandweer concludeert in zijn rapport dat voor winkels, met glazen puien ook op de verdiepingen, noodig is het voorschrift der beschermende afscheiding tusschen étalage en winkel, in combinatie met een regentoestel in de uitstalkast; deze beide voorschriften vullen elkaar aan en te zamen leveren zij een tegenwicht van beteekenis, tegenover het gevaar dier glazen puien; het electro-glas houdt aanvankelijk den brand binnen de étalage-ruimte en de daar aanwezige sprinklers blusschen hem. Mocht men vergeten die sprinklers in werking te stellen, dan is neg de waarschijnlijkheid zeer groot, dat de aangerukte brandweer den brand tot die ruimte zal kunnen beperken.
Waar voor de bedoelde glazen winkels de eisch der beschermende afscheiding van de winkelkast m. i. onwrikbaar vast behoort te staan, blijft nog de vraag open, of het niet gewenscht is om ook voor andere groote winkels, ook al hebben deze geen glazen puien op de verdiepingen, dergelijken voor de veiligheid zoo hoogst belangrijken en toch zoo weinig bezwaarlijken maatregel te vorderen. De moeilijkheid is om hier de juiste grens te vinden, waarop dit voorschrift toegepast zoude moeten worden; de aangelegenheid blijft echter voortdurend mijne aandacht trekken en ik hoop er in te slagen in deze eene practisch bruikbare regeling voor te kunnen stellen.



Benoeming onderwijzend personeel.

Voordracht van B. en W. ter benoeming van een onderwijzeres aan de o. l. s. der 1e klasse no. 94 de dames: E. M. Leidner, W. van Marion en W. H. A. Kroonder, onderwijzeressen alhier; en van een onderwijzeres aan de o. l. s. der 1e kl. no. 115 de dames: A. F. Berkhout, M. Houtkruijer en P. A. van Soeren, onderwijzeressen alhier.



Aankoop van vijf perceelen aan den Amsteldijk.

Door J. P. H. ten Sijthoff zijn, namens den eigenaar, aan de Gemeente voor de som van ƒ 20,000 in koop aangeboden vijf perceelen met opstallen, gelegen aan en nabij den Amteldijk, te zamen groot 4000 vierk. M.
Ter verwezenlijking van het op 11 Januari 1905 vastgestelde uitbreidingsplan is het noodig, dat de Gemeente te zijner tijd o. m. van voormelde perceelen den eigendom verkrijgt. Nu die perceelen voor een bilijken prijs in koop wordon aangeboden, stellen B. en W. voor, op die aanbieding in te gaan.



In den afgeloopen nacht teekende de thermometer aan het gebouw van het „Algemeen Handelsblad” te 12 uur 46 gr. en te 3 uur 46 gr, Fahr.

FAMILIEBERICHTEN.

Uit verschillende Bladen.

GEHUWD: A. Verschoor en C. E. Groeneboom, Rotterdam; W. H. Soutendijk en D. Hartog, Rotterdam; F. Muijs v. d. Meer en L. A. Hattink, Haarlem.
BEVALLEN: B. Frensel Wegener—Koopman, d., Overveen.
OVERLEDEN: Mr. D. Bonthuis, m. 90 j., Vliethoven; G. M. Lindenhovius—Dunnewold, 80 j., Winterswijk; H. de Ridder, m. 60 j., Coudewater; G. Zaaier, m. 54 j., Rotterdam.

BEURS EN NIJVERHEID.

AMSTERDAM, Donderdag 13 April.

Dagelijksch Beursoverzicht.

Terrwijl de markt voor Staatsfondsen heden nog steeds gedrukt en lusteloos was, verkeerden Amerikaansche waarden in eene opgewekte stemming en was ook de locale afdeeling meer geanimeerd en voor de meeste soorten beter. Nederlandsche Staatsfondsen bleven ook heden weder onder den druk van het in vorige verslagen besproken aanbod in de nieuwe Drieën. Van de buitenlandsche Staatsfondsen waren Russen en Japanners weder zwak, want — al is het gisteren uit Batavia vermelde gerucht niet bevestigd — zoo geeft men zich niettemin rekenschap van het feit, dat ernstige gebeurtenissen na op handen zijn. Zuid-Amerikaansche speculatiefondsen waren heden iets beter op Londen en verbeterden Columbianen o. a. ruim 1 pCt. Een sterk contrast met de willigte van het fonds maakt het feit, dat de financieele positie van het land zoo ontredderd schijnt te zijn, dat de binnenlandsche papieren munt slechts 1 pCt. van de goudwaarde waard is. Men moet nml. 100 papieren dollars betalen om 1 gouden dollar te verkrijgen. En toch betaalt men voor de nog niet eens geregelde Staatsschuld oogenblikkelijk 41½ pCt. Begrijpe, wie het kan.
Bij de mededeeling van den Franschen prospectus der nieuwe Sao Paulo leening hebben wij in het Ochtendblad van Maandag een paar aanteekeningen gemaakt, waarvan ons thans na de lezing van den Duitschen prospectus blijkt, dat althans onze hoofdvraag daar beantwoord is. Wij vroegen o. a. waaraan het toe te schrijven is, dat de netto-ontvangsten in het laatste jaar zoo belangrijk afgenomen zijn. In den Duitschen prospectus wordt nu medegedeeld, dat dit voor een deel het gevolg is van het besteden van een millioen milreis aan buitengewone vernieuwingen in 1903. Minder bevredigend is de uiteenzetting in dezen prospectus, dat het bestuur van den Sorocabana-spoorweg zich schuldig gemaakt heeft aan het misbruiken der overschotten van de exploitatie.
Wat ons echter meer bevreemdt, is het feit, dat terwijl in de Fransche en Nederlandsche prospectussen bij de omrekening van de opbrengst in milreis een koers van 15¼ d. wordt aangenomen, de Duitsche prospectus