Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/179

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

u met trouwe en bekwaamheid bijgestaan… in ’t eind, naar ’t mij toeschijnt, zijt gij herstellende, en ik moet u dus bidden wel te overwegen, hoe een man van die vermaardheid het nemen zal, als hij zich, na dit alles, vervangen ziet door iemand, jeugdiger in de praktijk dan hij en die, zij ’t niet als. leerling, dan toch uit zucht naar kennis, meermaen zijne chirurgicale lessen heeft bijgewoond. "

»Hij zal alleen kunnen zeggen, dat ik mij altoos bij zijne voorschriften houde, sinds hij mij u wellicht uit die oorzaak als een zijner kundigste collega’s heeft geroemd."

»Voor mij eene reden meer, om niet tot verkleining van zijne eer met die aanprijzing winst te doen."

»Ik vrage u, verkleint dat zijne eer? Zoo ik mijn vertrouwen schenk aan wien hij aanprees?"

»Het belieft uwe Achtbaarheid te schertsen; ik moet het in ernst nemen, en zeggen, dat eerlijkheid en trouw mij verbieden zouden, ieder ander collega op zulke wijze in den weg te gaan, maar dat ik het nog daar te boven eene schromelijke onvoorzichtigheid zou achten, en geen geringer blijk van mijn eigenwaan, zoo ik zulks ondernam tegenover een man van dok ter Tulps uitstekende geleerdheid en ondervinding."

»Gij zijt wel uiterst nauwgezet, mijnheer," antwoordde van Beuningen, zijn goedig gelaat tot strengheid plooiende, »en minder inschikkelijk voor een regeeringspersoon uit uwe stad, dan voor een blinden Leidschen wever, van wien wij weten, dat gij hem voor oogarts gediend hebt zoowel als voor geneesheer, en misschien nog wel als armverzorger daar te boven, al hetwelk moeielijk is toe te schrijven aan religieijver, sinds die man hier bekend stond voor een harden Gereformeerde. Hierna is het nog meer vreemd, dat ik niet eens uw dienst als arts verkrijgen kan."

»Met uw verlof, heer Burgemeester, dat was gansch een ander geval: dien man vond ik zonder hulpe en zonder middelen, om zich anderen raad te verschaffen dan den mijnen, dien ik hem Godswil verleende — daarbij, wie zou zich bekommerd hebben om de winst of ’t verlies van zulk een patiënt? terwijl U edelachtbare zelf kan oordeelen, hoe uwe plotselinge verwisseling van arts groot opzien moet geven."