Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/459

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zulk goddelijk schild mijne schaamte en rouwe zou willen verschuilen, maar omdat ik, na het gedurig streven naar kennis en deugd, van de ongenoegzaamheid der eerste en de onbereikbaarheid der laatste ben overtuigd geworden, en de vervulling van mijn dorst naar wetenschap, gelijk de volledige stilling mijner behoefte aan heiliging, na de onloochenbare erkenning mijner ellendigheid, heb gevonden in Jezus Christus, mijn Verlosser en Zaligmaker. Diens stemme heb ik gehoord, waar Hij mij geroepen heeft om Zijne eigene te worden, en dies volge ik Hem, blijde en gewillig Zijn kruis op mij nemende, ondanks alles, en moet het zijn, tegen den wil van allen."

Burgemeester van Beuningen scheen niet van zins zich een der tegenstanders te toonen van een besluit, met zooveel vastheid als rijpheid genomen, en dat zoo weinig kans liet van wederroeping; toch, daar hij niet volmaakt met haar instemde, zweeg hij, en verschikte de prachtige lokken van zijn majestueuze allonge-pruik, terwijl Anna vervolgde:

»Wat nu het kleine eergerucht van mijn naam betreft, welke de wereld der geleerden mij heeft toegewezen, zoo bekenne ik dat ik haar daarvoor zeer verplicht ben, niet alleen omdat ze mij, volgens hare meening, een grooten schat heeft toegeschikt, maar ook omdat ze mij daarmede de stoffe bereid heeft om mijn Heer een offer te brengen, namelijk door die veel geprezen en welriekende nardus-flesch der eere voor Zijne voeten te vergruizen, of nevens andere dingen, die mij voormaals zeer lief waren, te verkoopen, om den kostelijken parel des Evangeliums behoedzamer en zuiverder te bezitten. — Maar laat de wereld weten, dat zij danks genoeg van mij weg heeft, indien ik haar die waarheid, die ik door de ondervinding geleerd heb, mede bekendmaak, namelijk: dat indien iemand het minste gedeelte van eere, als welke God alleen toekomt, door eigenliefde tot zich trekt, dat Die — Die zich zelven niet tevergeefs een ijverzuchtigen God noemt — dezen roof op 't hoogste en veellicht met een eeuwigen smaad zal wreken, zoo men het door ware boetvaardigheid niet voorkomt."

Wij moeten even de vrome beroemde in de rede vallen, en zeggen, dat het ons bij zulke uitspraak, die zij ten overvloede gedrukt en uitgegeven heeft, niet meer verwondert, dat de wereld haar daarna heeft voorgesteld als ietwat van haar gezond verstand