Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/132

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Hij liet haar niet voortgaan.

»O! dat’s Hemelsche tale, die ge daar spreekt!" riep hij in verrukking, »u vergeef die booze verdenking, die ik wel opvatten moest, maar die ik zou hebben laten varen, als ge terstond zoo tot mij hadt willen spreken…"

»Waarom zou ik zoo tot u gesproken hebben, jonker, wat verscheelt u dat…"

»Wat mij dat verscheelt! dat die Simon de Breede uw verloofde niet is, want niet waar, dat is hij niet?"

»Och neen!" riep zij met ongeduld, »maar wat doet dat er toe…"

»Zooveel, joffer Francijntje, dat ik wel spijt zou hebben hier gekomen te zijn, zoo dit ware… dat ik dan zelfs spijt zoude hebben…"

»Mij uit het gedrang te hebben getogen?" vroeg zij lachend.

»Gij spot, en ik ben ernstig,"sprak hij neerslachtig.

»Veel te ernstig, jonker, voor de occasie, want gij zijt hier gebleven om wat jolyselijke recreatie te nemen, en…"

»Ik ben gebleven om u, Francijntje, om met u te kunnen spreken!" viel hij in, zonder over het veelbeduidende zijner woorden na te denken, zonder te berekenen hoe ze konden worden opgevat; hij sprak die, omdat ze werkelijk uitdrukten wat de waarheid was, en omdat hij nog niet was geoefend in de kunst om oprechtheid met voorzichtigheid te vereenigen. Maar het jonge meisje, hetzij ze de porté van die bekentenis begreep of niet, was niet van dezulken, die er partij van zouden trekken.

»Zeg liever om met mij te twisten, want gij hebt nog niet anders gedaan!" sprak ze half lachend, half ernstig.

»Omdat gij nog niet anders gedaan hebt dan mij te kwellen; ik doe u eene vraag, waarop het u licht valt ja of neen te zeggen, en gij antwoordt mij zóó, dat ik het contrarie van de waarheid moet aannemen?"

»Uwe Genade meent dan dat een meiske zoo maar hare geheime zaken zou moeten opbiechten aan den eerste den beste, wie ’t invalt er naar te vragen?"

»Sta ik dan nu voor u gelijk met den eerste den beste, Francijntje?" vroeg hij zacht verwijtend en haar met zoo smeekenden blik in de oogen ziende, dat zij wat verward en verlegen geen beter antwoord wist te vinden dan een, dat hem opnieuw krenken zou.