Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/197

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Het lieve kind zal wel verrast wezen van zulk een statelijk bezoek," zei Floris met eene intonatie, waaruit zijne geheime teleurstelling sprak.

»Wij zullen het zoo ceremonieel niet maken."

»Het eenvoudige meiske zal tegen u opzien… is op zijn best wat Fransch machtig, en…"

»Maar zij wacht u immers toch niet alleen?" viel de la Rivière in, »en daar Hendrik bij u is…"

»Hendrik! o! dat beteekent niets, die houdt zich buiten het gesprek als ik het verlang…"

»Ik zal zijne discretie navolgen; er moet een oude Heer Lantscroon zijn, die zich met mijne conversatie zal vergenoegen… ’t is… in ’t eind een bezoek van simple courtoisie… en…"

»Neen, mijnheer, sinds ik u oprechtheid heb beloofd, moet ik u bekennen, dat het van mijne zijde geene simple courtoisie meer kan zijn… mijn hart heeft gesproken…"

»Mon enfant, op uw leeftijd beeldt men zich zoo iets al heel licht in! — Omdat gij een welgevallen hebt gevonden in een aardig deerntje, waarmee gij op wat romaneske wijze hebt kennis gemaakt, en verder een vroolijken dag hebt overgebracht, is daarbij nog uw hart niet in ’t spel; als gij die joffer weerziet in haar eigen huis, op een gewoon bezoek, zal die droom uwer fantasie wellicht op eens uit zijn… Geloof daarin mijne ervaring, ik ben ook zeventien jaar geweest, en ik weet hoe licht aan het hart geweten wordt, wat niet dan uit het hoofd voortkomt."

»Ik erken mijne onervarenheid… en toch ik hoop niet, dat gij gelijk hebt… ik… kan het niet gelooven. Het is mij alsof dat, wat ik voor dit meisje gevoele, diep, zeer diep zal ingrijpen in… mijn leven. Ik was niet zoo betooverd door haar uiterlijk schoon. Ik voelde mij tot haar getrokken, door eene onweerstandelijke behoefte, aan… vriendschap! Ik voelde mij toen zóó gedrukt, zóó verlaten, en het kwam mij voor, dat alles mij beter en lichter zou zijn als ik haar tot vriendinne had."

»Nu gij in mij weder uw vriend hebt hervonden, zal die behoefte aan deze vriendschap mogelijk minder… levendig worden."

»Ik… ik durf het u niet beloven. Wel maakt mij dat gerust en gelukkig, en ik houde u voor mijn besten, mijn meest vertrouwden vriend, maar toch… mij dunkt dat is niet hetzelfde…"