Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/212

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

» »wij dan, gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben vrede bij God!” en sinds dien tijd had ik vrede met God want ik houd voor gewis, ook in droomen spreekt de Heer tot de zijnen, en zoo had ik nu de zekerheid, dat zijne genade mij geworden was, en mijn geloof wankelde nimmermeer, en ik ging in vrede voort mij te oefenen in de kennis van de Heilige Schrift, en zooveel in mijn vermogen is, die kennis aanwendende tot mijn nut en dat van anderen! Zoo ziet gij dan, dat ik, die zooveel schuldig was en wien zooveel is kwijt gescholden, eene dubbele schatting te brengen heb van ijver en dankbaarheid, ik, hoogelijk begenadigde van eenen diep verlorene, die ik was.”

»De Heer zij gedankt, dat gij het geloof hebt en de hope; maar die strijd met eene zondige natuur en een verdorven hart is een strijd, dien wij allen kennen, en zoo gij u zelven vernedert, u noemende grooter zondaar dan een van ons, is dat alleen uw diepe ootmoed, die u beangstte,” hernam Paul, wiens zachte en meer verlichte geest beter heenzag door die wolk van geestdrijverij, die dat heerlijk verstand omnevelde, en waarmede een zoo beminlijk mensch zich zelven afschetste als eenen uitgezochten booswicht.

»Neen, neen!” riep de Priester. »Ik sprak zoo niet uit laffen ootmoed, maar opdat de Naam des Heeren te meer mocht geprezen worden om het groote werk, dat Hij in mij volbracht heeft, en daarom ook is het aan mij, om Zijnen roem te verheerlijken meer dan allen, openlijk en in het gezicht der gansche wereld, die het zien zal, hoe weinig ik hare geboden tel, waar ze in strijd zijn met de verordeningen des Hemels, als ik de vrouw mijner keuze huwe zonder schroom of geheimhouding, opdat ieder wete, wat ik bedoele; en zoo dan de Paus van Rome, of zijne machthouders in dit graafschap, mij ter verantwoording roepen, zullen zij een hard woord te hooren hebben, en dat luid weergalmen zal over al deze landschappen!”

»Ik bezweer u,” viel de Duitscher hem in, met eenen angst, als moest hij hem reeds nu van een werkelijk gevaar terughouden, »het is nu niet geoorloofd uw eigen lijden te kiezen;