Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/523

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

En nu, wij hebben de Bakker zien doodmartelen in de vlammen! Maar wie durft ontkennen, dat dit hier, het zedelijk martelaarschap, het martelaarschap voor het Katholicisme, niet het zwaarste zij geweest! Ik wenschte, dat wij, Hervormden als we ons noemen, rechtvaardiger waren voor de Roomsch-Katholieken, zoo vaak er van hervorming de rede is; men veroordeelt ze te veel; men beklaagt ze niet genoeg; men ziet niet met genoeg medelijden op hunne kwelling; men eert niet genoeg hunne overtuiging; men denkt zich niet ernstig genoeg in, in hun lijden; men onthoudt ze niet slechts de gloriekroon van het martelaarschap, maar, in plaats daarvan, drukt men ze de narrenkap der bespotting op den schedel; dat moet anders worden, zoo waarachtig de liefde het kort begrip is van geheel het Evangelie. Mocht ik in Aernoud medegevoel voor hen hebben opgewekt!