Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/106

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Kom, kom, grootpa! gij weet wel dat mijne uitvallen harder klinken dan ze gemeend zijn; gij weet wel dat ik veel wat mij tegen is met luchtigheid drage om uwentwil; maar van mij te eischen dat ik goedkeuren zoude wat mij ergert, of niet toejuichen wat zoo geheel mijne instemming heeft als Leo’s uitspraak van daareven, dat is te veel gevergd, zulke zelfbeheersching zal ik nooit kunnen oefenen."

»Dat’s wel ongelukkig," viel de generaal in, niet zonder wat bitterheid; »want wat zal neef Leopold van ons denken, als hij u bij iedere aanleiding zekere verwijten hoort uitspreken?"

»Hij zal denken, oom! dat hij in eene familie is gekomen, die zich niet voor hem tracht te vermommen, en dat acht hij eene eer en een voorrecht."

»Hm; dat’s een avantage dat gij ruimschoots zult genieten, jonker! als gij hier wat lang blijft," viel nu de kapitein in, die weer binnen was gekomen; »onze Majoor vooral heeft de loffelijke gewoonte, iedereen zonder aanzien des persoons terstond te zeggen waar het op staat; hare opinies, van welken aard ze ook zijn, onverwijld lucht te geven, en als er iets wordt gezegd of gedaan dat Haar Hoog Edel Gestrenge niet bevalt, parate executie hoor! evenals bij de vonnissen van den krijgsraad."

Het was von Zwenken aan te zien dat deze plompe aardigheid over zijne kleindochter hem hinderde, maar toch weer sloot hij de oogen en klemde de lippen opeen, als wilde hij er liefst niet mee te doen hebben.

»Mij dunkt, kapitein! dat er toch wel eens gratie wordt bewezen, anders zoudt gij immers al lang uw congé hebben gekregen," zei Francis schertsend; maar toch getuigde die scherts meer van bitterheid dan van vroolijke luim.

»Dat bewijst alleen maar mijne lankmoedigheid, freule Majoor! Gij weet wel dat ik mij door u laat troeven als een conscrit door zijn korporaal. Ik zou van den Prins-Veldmaarschalk niet hebben afgewacht wat ik van u verduur.’

»Gij begint er zwak en vervallen uit te zien van al dat lijden en die mishandelingen," spotte Francis.

»Kapitein!"sprak nu de generaal, die met gebogen hoofd, en in zekere zenuwachtige verlegenheid, naar dit katjesspel had zitten luisteren, niet zonder onrust zeker hoe het zou afloopen, »kapitein! ik had u meen ik mijn wensch te kennen gegeven om en famille te blijven."