Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/109

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Waartoe die fanfaronnade. Wij zullen vroeg eten en… om zeven ure het rijtuig, kapitein!" sprak Francis met gezag.

»Gij beschaamt mij, Francis, met zoo povere hospitaliteit," viel de generaal in, »is ’t niet veel beter, dat neef van Zonshoven dezen nacht hier logeeren blijft, om morgen op zijn tijd terug te rijden?"

»Een logeergast! grootpapa, gij weet dat zoo niet, maar… daar zijn wij waarlijk niet op ingericht."

»Nota bene! " riep de kapitein met een luiden lach, »wij zouden eene halve compagnie kunnen herbergen."

»Uwe compagnie zeker!" viel Francis uit, meer bits dan edelmoedig tegenover den man, die als 1ste luitenant was gepensioneerd… Het bleek wel dat hij ontzag had voor zijn Majoor, want hij werd bleek van ergernis, maar hij verbeet zich de lippen om een antwoord terug te houden en zweeg. Francis scheen toch te goedhartig om de krenking niet weer goed te maken: »ik meende, kapitein, dat er plaats genoeg zoude zijn voor een half regiment, maar zooals men soldaten huisvest; terwijl de Jonker van Zonshoven, aan Haagsche weelde gewoon…"

»Gewoon aan eene kamer met alkoof op de tweede verdieping in een burgerhuis," repliceerde ik. »Luister, Freule Francis! als gij Jonker van Zonshoven niet herbergen wilt om redenen, die voor u hare wettigheid kunnen hebben, zeg het dan maar ronduit. Maar maskeer ze niet onder zulke uitvluchten; kamers zijn er genoeg, dat is onwedersprekelijk, en nu, ik slaap op de eerste stroomatras de beste die gij ergens laat neerleggen." »Ik schaam mij voor u, Francis," sprak de generaal met zachte verlegene stem; »dat is weer een van die caprices…"

»Als gij dan volstrekt blijven wilt," sprak Francis, mij aanziende met een koel en verdrietelijk gezicht, »zal ik trachten eene slaapkamer uit te zoeken waar de ruiten heel zijn. Kom, kapitein, arrangeer dat met den koetsier. Van de corvée om de rijzweep te zoeken zijt gij verschoond; vandaag fungeert gij als maréchal de logis;" en haar slaaf bij den arm nemende, zonder een blik op mij te werpen, verliet zij met hem het vertrek.

De generaal scheen zijn best te willen doen om den ongunstigen indruk weg te nemen, dien hij meende dat ik van Francis moest hebben opgevat.

»Geloof toch," sprak hij, toen wij alleen waren, »dat zij het