Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/131

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

meer en meer in, dat er een slachtoffer was te redden. Ik liet den kapitein aan de oude cognac, die hij zeide noodig te heb ben tegen de verkoeling van de vruchten, zag even naar den generaal, die de hoorbare bewijzen gaf van de diepste ruste, en liep met zachte, snelle schreden naar Francis toe, terwijl ik mijne sigaar wegmoffelde.

Snel hief zij zich op, blijkbaar wat onthutst door mij in hare mismoedige bui verrast te worden; maar zij hervatte terstond haar aplomb.

»Gij kunt gerust rooken, neef, als gij met mij praten wilt," voegde zij mij toe, met eene poging om te glimlachen.

»Dat is mijne gewoonte niet tegenover…" dames mocht ik niet zeggen, ik bleef in mijne phrase steken.

»Kom! gekheid, zoo’n nuf ben ik niet, dat weet gij nu wel. Wilt gij dat ik koffie voor u zal zetten? De heeren dáár gebruiken die niet, zij blijven rooken en drinken tot dat…"

Op hare beurt was zij wat verlegen om te voleinden, dus viel ik in:

»Ik wil niets dan een oogenblik vertrouwelijk met u spreken; gunt gij mij dat?"

»Wel zeker, dat zal mij pleizier doen; neem dien fauteuil en ga over mij zitten, dat praat het gemakkelijkst."

Ik volgde hare aanwijzing en zij ging voort:

»Zeg me allereerst of gij nu begrepen hebt, waarom ik hier geen gasten wil hebben?"

"Zoo ongeveer… ik onderstel dat gij vereenvoudiging wenscht, die de heeren niet goed vinden, en den omslag dien gasten noodzakelijk maken liefst wilt vermijden."

»Nu, voorwaar! gij zult niet weer eerst raden, dat’s slim van u, dat uitgevonden te hebben na ’t geen gij hier reeds hebt bijgewoond!" en de ondeugende lachte mij helder uit; maar zij was weer in goede luim geraakt, en dat was altijd iets; hetgeen ik giste durfde ik niet uitspreken.

»Ik zie wel, ik moet u zelve op de hoogte brengen, anders komt gij er niet. En dan studeeren de mannen voor rechters en advocaten! en zien niet verder dan hun neus lang is! Wat Shakespeare gelijk had, dat hij Portia gebruikte om een pleidooi te winnen, waarbij het op menschenkennis en scherpzinnigheid aankwam."