Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/170

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Tot uwe orders, commandant!" gaf Rolf ten antwoord, de hand aan de muts brengende.

Ik was er verbaasd over, dat hij dit alles zoo koeltjes opnam, en kon niet nalaten het met een woord uit te drukken.

»Wat zal ik u zeggen, jonker! Ik heb zulke buien meer bijgewoond. Ik zag het van ochtend al, dat de therometer op storm stond. Hoe sneller en heftiger de bui aankomt, zooveel te eerder is hij over; en ziet ge, een oud soldaat is tegen regen en onweer gehard."

»Ik ben blij dat ik U vooruit gewaarschuwd heb, neef! dat mijne kleindochter wat heftig van aard is," sprak nu de generaal met eene diepe verluchting, zonder het hoofd naar mij op te heffen. »Als zij eens eene opvatting heeft, is er niets tegen in te brengen; dan holt zij maar door op haar stokpaardje; zij redeneert niet."

»Zij redeneert wat al te logisch voor u," zei ik bij mij zelven, en hij voelde dit zeer zeker, want hij was staande de scène met een gebogen hoofd blijven zitten, altijd maar zijn ring zenuwachtig heen en weer schuivende met bevende vingeren.

»Komaan, generaal! wees niet al te mismoedig," sprak de kapitein goedhartig. »Wij zullen onze alliantie handhaven tegen den algemeenen vijand, en de wind zal later wel weer omslaan." Al sprekende was hij er in geslaagd een langwerpig in wasdoek gewikkeld pakket los te krijgen. »Ik vrees wel dat het oogenblik slecht gekozen is om haar een van deze fraaie karwatsen aan te bieden; en toch, zij zal er om verlegen zijn, want zij heeft de hare verloren. Wie weet of zij er niet nog toe komt aan te nemen!"

»Ik hoop van neen," dacht ik; »dat zou mij tegenvallen."

»Ze had eigenlijk verdiend dat men er haar eens ferm mee kastijdde," viel de generaal uit, nu de opgekropte woede lucht gevende die hij zoolang verbeten had.

»Ja, Excellentie! dat hadden we twintig jaar vroeger moeten doen. Ziet ge, we hebben haar tot commandant bevorderd vóór zij als recruut de discipline had geleerd; dat’s een groote fout geweest, maar daar is nu niets meer aan te verhelpen."

»Ja, wél een groote fout!" verzuchtte de generaal in de diepste neerslachtigheid.

Rolf ging zich bezighouden met het plaatsen der provisie, die