Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/183

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Eene kluchtige uitkomst van den geleverden slag, niet waar? Maar het komt mij toch voor dat ik terrein heb gewonnen


Daar ik ook behoefte gevoelde aan frissche lucht, en de lust tot schrijven mij voor ’t oogenblik vergaan was, besloot ik mijn biljet aan Overberg zelf naar de brievenbus te brengen, indien het bleek, dat er zoodanige inrichting op het dorp bestond, Beneden vond ik den generaal ook gereed om uit te gaan, en op mijne vraag. waar men hier de brieven bezorgde, bood hij mij aan met mij op te wandelen. Het ging de rechte, breede laan door, en wij bereikten den straatweg die door het dorp liep. Aan een van de eerste huizen bevond zich de brievenbus van het hulpkantoor, dat door een der functionarissen van de gemeente werd geadministreerd. Von Zwenken moest er zelf heen, want hij had een brief te bezorgen (ook aan den Overberg denk ik) dien hij liefst aan de opmerkzaamheid van Francis onttrok, zooals hij mij zeide. Hij hoopte daarbij een pakket te vinden, dat hij zelf moest afhalen en dat ook werkelijk werd overhandigd; maar het scheen niet aan zijne verwachting te beantwoorden, want toen hij het met zekere zenuwachtige haast had geopend, stak hij het met eene beweging van verdriet en teleurstelling in zijn zak en zuchtte diep. Bij het terugwandelen meende hij zich daarover eenigszins te moeten verklaren en deed mij verstaan, dat het onnoodig was er met Francis over te spreken. »Ik heb zoo mijne eigene zaken, die buiten haar moeten omgaan, want zij zou er toch niets van begrijpen en het denkelijk niet met mij eens zijn, en nu gij haar reeds kent in hare eigenaardigheden, zult gij het natuurlijk vin den dat ik liefst discussies met haar vermijd. Op mijn leeftijd, en als men de rust lief heeft… gij verstaat mij?"

»Heel goed, maar Francis is toch te verstandig om altijd zoo door te draven."

»Ja, zij heeft gezond verstand, dat is waar, maar als zij eene opvatting heeft en haar grand cheval de bataille bestijgt, dan hebt gij zelf gezien hoe zij er op voortholt door dik en dun, zonder na te denken wien zij er mee kwetst of bespat. ’t Is toch heel natuurlijk dat de kapitein, die zijn heele positie aan mij dankt, eenige attenties voor mij heeft, en gij hebt gehoord hoe averechts zij dat opneemt Zoo is het met alles; in plaats van mij dank te weten dat ik mij om harentwille in deze woestijn heb geretireerd,