Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/274

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

burgerkleeren en geld tot mijne beschikking. Mijn vader had het toch niet over zich kunnen verkrijgen om zijn zoon als wederspannige, als deserteur te laten executeeren. Later vernam ik dat Francis, die toen al heel wat had mee te praten, het hare had gedaan om deze uitkomst voor mij te verkrijgen. Ik was nu vrij en in den vreemde, maar vogelvrij: ik moest zien het noodige voer op te loopen en mij hier of daar een nest maken. Ik heb Duitsche boerenjongens Latijn en Fransch, Duitsche burgermeisjes zang- en pianoles gegeven; ik ben kamerzanger geweest van een Oostenrijksche gravin, die doof was en zich verbeeldde dat mijne stem op die van Roger geleek; ik heb omgezworven met een troep reizende operazangers en heb mij schor geschreeuwd op de theaters in de open lucht. Ik ben koetsier geweest van een Duitschen baron, reisbediende voor een huis in wijnen; maar dit moest ik opgeven omdat ze mij naar Holland wilden zenden. Toen werd ik eerst koffiehuisknecht en biljardjongen, maakte door mijne geoefendheid in dat spel de kennis van een Poolschen graaf, die mij als kamerdienaar en secretaris met zich nam naar Warschau, en mij welhaast in vertrouwen mededeelde, dat hij een middel had uitgevonden om Polen onafhankelijk te maken! Zooals vanzelf spreekt, mislukte de toeleg, maar de onvoorzichtige edelman miste Siberië niet. Ik raakte mee in de klem, omdat ik niet tegen hem getuigen wilde; maar ik hield me zoo dom, dat ik er met een weinig tortures van honger en dorst lijden en eenige weken carcero duro afkwam. Toen stond ik weer op straat zonder een penning in den zak en greep naar het eerste het beste, dat ik maar vatten kon; enfin, ik wil u en mij zelven niet vermoeien met de optelling van alles wat ik doorgemaakt heb om in leven te blijven. Het ware veel korter geweest hier of daar in \’t water te springen, dat is waar; dan, ik heb altijd zeker vooroordeel gehad tegen den zelfmoord. Daarbij, ik bleef onder alles gezond en sterk en leed niet aan melancholie; ik rolde door het leven zooals het het best kon. Jarenlang heb ik zoo omgezworven, heb alle groote steden, alle badplaatsen van Noord- en Zuid-Duitschland bezocht, alle landstreken van midden-Europa doorkruist, van de Rijnoevers af tot die van de Spree en Moldau toe, en ik stond op het punt om naar Bucharest te trekken met een zeer voornaam, maar zeer bizar personage, toen deze gevangen werd genomen, als betrokken in eene zeer geheimzinnige moordgeschiedenis, waarbij