Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/324

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Iemand die uw hart mocht winnen, Francis, en die waard is het te bezitten, laat zich niet meetrekken in een maalstroom, maar zou er u uit redden."

»Dat kan niet zijn; ik zal het kind van Harry Blount nooit in den steek laten."

»Dat zou ook onchristelijk wezen. Hoe oud is dat kind, Francis?" »Het zal nu welhaast drie jaren worden. Hij is geboren kort nadat wij de Werve betrokken."

»Dan heeft hij hoog noodig een voogd, die hem uit dien atmosfeer van gemeenheid wegneemt."

»De grootmoeder is immers voogdes?"

»Wij zullen zien wat er aan te doen is. Dat slag van lieden kan men nog wel naar zijne hand stellen, als men eenige behendigheid gebruikt. Meestal vergeten zij de noodigste formaliteiten, Is er een toeziende voogd benoemd?"

»Ik weet er niets van…"

»Dan moet dat verzuim hersteld worden, en dan zijn wij meester van den toestand; dat kind moet voorloopig bij de Pauwelsen geplaatst worden, dat zijn goede lieden, die u zeker niet zouden afzetten."

»O! als dit zijn kon!… maar ongelukkig is de jonge Pauwels verliefd geweest op het ongelukkige Gijsje Jool. Zal hij het kind van zijn medeminnaar met goede oogen aanzien?"

»Mij dunkt wel met eenig mededoogen…"

»Gij, maar zulke lieden denken zoo teer niet."

»Als zij goed zijn en een menschelijk hart hebben, kunnen zij ook even fijn voelen als wij, dan doet stand en opvoeding er niets toe. Geeft gij mij vrijheid om in die zaak voor u op te treden, en te zien hoe men het kind uit die handen kan wringen? Zal ik morgen met u naar O. rijden?"

»Wat hebt gij er aan, u in dat wespennest te werpen?"

»Ik ben niet bang voor een steekje."

»’t Is al erg genoeg dat vrouw Jool ons vandaag samen heeft gezien en bespied."

»Zoo zal zij morgen bemerken dat zij ons niet behoeft te bespieden, als wij ons openlijk te zamen vertoonen."

»Neen, neen, Leo!dat kan niet, dat moet niet zijn," riep zij, roet zekere heftigheid het hoofd van mij afwendende. »Wie weet wat voor malle praatjes zij toch al rondgebabbeld heeft, na dat samentreffen met ons!"