Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/393

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Hé meent gij dat werkelijk?" riep Laura eenigszins verrast, zich uit hare achtelooze houding oprichtende.

»Hoe kunt gij denken, dat het anders zou zijn? Het is waar, ik heb eene geheel andere opvoeding gehad dan Albert, en ik heb zoo mijne eigene religieuse opiniën, die ik niet zou kunnen opofferen aan wien ook; maar daaruit volgt immers niet, dat ik ze aan anderen zou opdringen, allerminst aan mijn broeder, die…"

»Om de waarheid te zeggen, Marianne!" viel Laura met zekere hartstochtelijkheid in; »ik dacht, dat het tegendeel plaats vond, en dat gij juist grooten invloed uitoefendet op Albert, op zulke wijze, dat…"

»Welnu?" vroeg Marianne, haar eenigszins gespannen aanziende.

»… het uwe schuld is, dat Albert tegenwoordig zoo zelden hier komt," viel Laura uit, meer onstuimig dan zij zelve wel gewild had,

»Maar, Laura! hoe komt het in u op!" hernam Marianne, zacht het hoofd schuddend, kennelijk in de grootste verbazing.

»De zusters zijn altijd jaloersch van de vriendschap harer broeders."

»Dan ben ik eene exceptie, want ik heb een hart voor alles wat hij liefheeft. En overigens, gij begrijpt toch, dat ik mij niet verstouten zou hem rekenschap te vragen van zijn komen en gaan… Ik wenschte zelfs dat hij besluiten kon zich wat meer afleiding te gunnen, want hij werkt druk, al te druk, en… naar ik vermoed, nogal onder bezwaren."

»Ja, dat schrijven voor die krant is ook een akelig baantje, — en nooit gedaan…!"

»En dan heeft hij er nog zooveel werk bij!"

»Zooveel te eer moest hij eens hier komen om zich op te vroolijken…"

»Ja, Laura! dat zou goed zijn, als hij er werkelijk opgeruimdheid door won, maar… het komt mij wel eens voor dat het tegendeel plaats vindt, en daarom acht ik het juist niet goed, dat Albert hier veel komt."

»Ah zoo! Nu komt gij er toch voor uit… dat gij het liever niet hadt. Maar ik bid u, waarom zou Albert niet eenige attenties voor mij hebben? Gij weet dat zoo niet, maar als kinderen