Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/463

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hij haar opschrikken uit hare mijmering. Zonder dat zij het wist, waren twee groote tranen over hare wangen gegleden en neergevallen op haar kostbaar kleed. Zij had het kunnen uitsnikken, maar zij sprak alleen met gesmoorde stem: »Ik ga van toilet veranderen!"

Later bekende zij zich zelve, dat zij toch één oogenblik minder ongelukkig was geweest, juist toen zij die tranen stortte. Waarom? dat kon zij niet recht uitmaken; maar uit de pijn die zij toen gevoelde, had zij begrepen, dat er nog iets in haar leefde, dat zij geene automaat was, zooals zij het zich soms verbeeldde. En dat lot had zij vrijwillig gekozen! Zelve had zij de handen uitgestoken naar de keten, die niet losgemaakt kon worden dan met den dood!

Welhaast vond er iets plaats, dat haar aan eene mogelijke verlossing deed denken.

De baron kreeg een zenuwtoeval en bleef ernstig ziek. Met een visage de circonstance trad zij de ziekenkamer binnen en wachtte er op het advies van den dokter.

»Mevrouw. behoeft zich niet ongerust te maken," troostte de esculaap, met een sarcastisch glimlachje; »wij hebben met den patiënt het ergste gehad, en geloof mij, de baron is van eene constitutie om tachtig jaar te worden."

Die voorzegging heeft kans om waarheid te blijken.

De baron herstelde en — hij leeft nòg. De barones leeft ook nog — zoo ’t leven mag heeten.

En Albert, en Marianne, en Adelsteyn — wat is er van hun huwelijksleven geworden? wordt er wellicht gevraagd. Het antwoord kan kort zijn. Zij leveren het volkomen contrast van het huwelijkslot dat wij schetsten, gelijk zij zelven de volstrekte tegenstelling vormden van de slecht geportuurde echtelingen die wij voorstelden.

Zij hadden gekozen op anderen grond.

Zij waren anders begonnen, en zij hadden een ander oog op het leven dan dezen — het kon niet anders of er moest eene gansch andere uitkomst zijn.


1876.