Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/221

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Toen zich echter des anderen daags het gerucht verspreidde van de onderteekening der huwelijksakte met den Infant, begon zich onder protestanten en katholieken beiden onrust en vrees te verheffen, want dit huwelijk werd door allen verfoeid, en onder de angstig samengeschoolde menigte rees natuurlijk de vraag op: »En de Graaf van Devonshire?” Toen had zich het volk in troepen naar zijn huis begeven, en werd daar spoedig met zijne gevangenneming bekend.

Nu waren gemor en verbittering algemeen. En alle bijzondere veeten vergat men om te zamen te treuren en te zamen te handelen bij die twee groote grieven, der natie aangedaan: een Spanjaard tot Koning, en de meestbeminde telg uit het bloed der Yorks … in den Tower! Dat was mede een der groote redenen, waarom de ontvangst van Elisabeth kort daarop zoo luisterrijk was. Onder het volk is vaak iets ruchtbaar en een openlijk praatje, wat aan het Hof nog met een sluier van geheimhoudjng overtogen is. Zoo was ook de liefde van de beide doorluchtige personen reeds bekend, en men vertelde zelfs dat zij aan elkander verloofd waren; ja sommigen, die nog verder gingen, noemden hen reeds heimelijk gehuwd. Nu had zich de algemeene geestdrift voor beiden in het verwelkomen van Elisabeth lucht gegeven, en ware deze minder door hare droefheid afgetrokken geweest, dan zeker had zij in de kreten, die zich verhieven, haar naam vereenigd gehoord met dien van den geliefde. Twee dagen later bezocht Maria de city aan het hoofd eener trotsche cavalcade en vergezeld van den Spaanschen Gezant; doch geene vreugdekreten klonken haar tegemoet; de deftigste burgers sloten zich op in hunne huizen; onder het volk, dat mokkend bijeengeschoolde, heerschte een dof stilzwijgen. Er ligt iets ontrustend sombers in die zwijgende afkeuring eener gansche bevolking, iets vreeselijks in die norsche stilte van eene anders woelige menigte, die geen heilwensch, geen juichtoon voor haar Monarch ten beste heeft. Iets dat dreigend tot het geweten der vorsten spreekt. Ook was de kalme en vaste houding, waarmede Maria zich vertoonde, niets meer dan een masker, door haar wil aan haar gevoel opgedrongen; maar een masker waaronder het zwoegde — de leeuwin had geleden, toen zij in hare eigene ingewanden wroette, maar zij