Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/225

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

een der raadsheeren: »Wij houwen heden wel een tak af van den grooten boom der kctterij; maar wij laten den stam staan , die weder andere voortbrengen zal!”

Hij doelde op Elisabeth.

Inmiddels rukte Wyatt met snelle dagmarschen op Londen aan: dat was het werk van Arabella Sterny. Al zeer spoedig was de tijding van Courtenays val tot haar doorgedrongen. Lady Arabella was een van die karakters, welker veerkracht zich verheft en de krachten toenemen doet in oogenblikken van gevaar; karakters die zwak en weifelend schijnen in het gewone leven, maar die zich oprichten, waar anderen den moed verliezen. Lady Arabella was echter tevens eene van die vrouwen, welke meer geestdrift dan beradenheid bezitten en meer overijling dan nadenken gebruiken, die eerst uitvoeren en later overwegen. En zoo wikte zij ook niet de gevolgen van den stap waartoe zij besloot om haar broeder te redden. Zij zag slechts Courtenay, en dien in gevaar, en elk middel om hem te verlossen was haar welkom. In het eerste oogenblik vroeg zij er niet naar, of dat middel ook de onrust en de verdeeldheid in haar vaderland konde verergeren, of de ellende en verwoesting van eene gansche stad na zich slepen!

De ongesteldheid, welke haar het bed deed houden na den brand van haar huis, was meer eene ziekte der ziel dan van het lichaam; ook was het laatste haar niet in den weg om de besluiten der eerste uit te voeren. In het midden van den nacht stond zij op van haar leger, een vertrouwd bediende wachtte haar in eene kleine bark, met vlugge roeiers bemand, en zoo stak zij over naar den zuidelijken oever van de rivier. In het Kentsche, dit wist zij, had Wyatt zijne macht bijeengetrokken. Zij volgde de aanwijzing, vroeger van de samengezworenen ontvangen; en onder duizend gevaren, ontmoetingen en angsten van allerlei aard kwam zij eindelijk in het versterkte slot aan, waar de partijganger Wyatt zich ophield, en zijne plannen regelde. Zij zelve zocht nu den man op, wiens tegenwoordigheid zij meer dan den dood vreesde; maar aan zich zelve had Lady Arabella niet gedicht, voordat zij tegenover hem stond. Toen eerst huiverde zij. Hij ontving haar met eene zekere goedwilligheid. Zij deelde hem de gebeurtenissen in Londen mede. Zij