Pagina:Correspondance de Guillaume le Taciturne, prince d’Orange, 1857.djvu/288

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

102 XLVII Sentence de bannissement portée par le magistrat d'Anvers contre Gaspar de Añastro : 28 avril 1582. Geboden ende uulgeroepen by Cornelise Van Mansdale, onderschoulhet , borgemeesteren , schepenen ende raedt der stadt van Antwerpen , op den xxviijen dach aprilis anno 1582. Alsoe Gaspar de Añastro , spaengnaert , nyet en is gecom- pareert voor mynen heeren den schouthet, borgemeesteren ende schepenen deser stadt, om hem te verantwoirden van het moordadig feyt by hem gepractizeert tegen den persoon van Syne Excellencie den prince van Orangien , nyet tegenstaende dat hy tot drye diversche reyse daertoe met den hoven is ge- proclameert, ende t'elcken geprefigeerden dage voirts geroe- pen geweest : Soo EES'T dat mynen heeren borgemeesteren ende schepenen deser stadt denselven Gaspar de Añastro hebben gebannen , ende bannen midts desen , uut deser stadt ende marckgraeffschap derselver, syn leefdage lanck , sonder daerbinnen te comen , op de pene van capitalyck gestraft te worden, naer gelegentheyd van de delicte ; waerschouwende ende versekerende eenen yegelycken , van wat natie oft con- ditie hy zy, wie den persoon van Añastro levende in handen van den officier deser stadt sal leveren, om over hem recht ende justitie geadministreert te wordene, dat hy voor eenen schenck oft vergeldinge zal hebben de somme van duysent croonen eens. Archives de la ville d'Anvers : G bod-boek der stadt Anjwer- pen, litt. D.