Pagina:Corte verthooninge of Deductie van Vrancken (1587).pdf/14

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Daeromme sullen alle redelijcke menschen claerlijck verstaen dat den gemeenen staet vanden Lande geen swaerder, schadelijcker noch dootlijcker vijanden souden moge hebben, dan den genen die sich souden formaliseren tegen den Staten vanden Lande int ghenerael. Maer sulcx en verstaen wij niet te wesen degene die soude connen bewijsen tegen iemanden particulierlijcken dat hij de commissie van zijnen principalen op de vergaderinghe vanden Staten comparerende soude hebbe geexcedeert als voorschreven is ofte oock anderzins hen souden hebben ontgaen.

Hieromme sal een yeghelijck ghelieven te verstaen dat die gene die verclaren de Souverainiteyt der Landen te wesen bijden Staten, sij niet en verstaen daer mede te spreecken van eenighe particuliere personen ofte gecommitteerde int particulier, maer van haere principalen, te weten die Eedelen ende steden vanden Lande die sij uyt carchte van hare Commissien Representeren t'welck verscheyden Princen ende Potentaten, ende oock haere Majesteyt van Engelant mette generale Staten tracterende, ende zijne Ex. de Commissie als Gouverneur ghenerael vanden selven ontfangende sulcks hebben verstaen ende hij niemanden ter Werldt ghecontroverteert mach werden.

Sonder dat wij connen geloven dat ymant meent met goet fundament anders als nu te cunnen sustineren ofte soude moeten volgen dat d'Edelen, Magistraten ende Vroetschappen vanden Steden nu niet de selve macht en hadden op de exercitie van de Souverainiteyt die de selve hebben gehad in voorleden tijden, als voren bewesen is, ende oock hadden in t tracteren met hare Majesteyt ende constitueren vant Gouvernement van syne Exc, oft anderzins soude moeten in controversie getrocken worden,