Pagina:Corte verthooninge of Deductie van Vrancken (1587).pdf/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

ontzien geweest bij hare na-gebueren. Immers moegen wij mette waerheyt seggen dat den staet der Landen van Hollant ende Zeelandt binnen den tijt van acht hondert Jaren noyt metten swaerde en is geconquereert oft tonderghebrocht gheweest, noch bij uytheemsche, noch bij Inlantsche oorlooghen twelck wij niet en weten oft van eenighe andere rijcken (ten ware vande Republijcke van Veneghien) teghenwoordelijck souden moeghen worden geseyt, sonder dat men hier van eenighe andere Redenen soude connen geven, dan dat altijt goede eendracht liefde ende verstant is geweest tusschen den Princen ende Staten vanden selve Lande, dewijle doch den Princen (die bij hen selven geen macht en hadden) sonder den Eedelen ende Steden vanden Lande gantsch niet en vermochten als ordinare geen middelen hebbende dan het incommen van de Domeynen tot vervallinge vande costen haerder hofhoudinghe ende betalinghe vande ordinaris officiers.

Men bevindt ooc wat Authoriteydt den Staten vanden selven Lande hebben ghehadt omme den Princen (als sij deur quaden Raet ware tot nadeele vanden Lande misteet) te brenghen tot recht ende redelijcheydt, niet alleen met remonstrantien ende verzoecke maer ooc als hier op niet en werde behoorlijck verzien metter daet procederende, oock strenghelijck tot straffe vanden genen die der Princen authoriteyt hadden misleyt, mishandelt ofte onbehoorlijck misbruyckt ghelijck daer van d'exempelen zijn veele ende menichfuldich.

Oock mede bevint men claerlijck dat der Staten vande voorschreven Landen offitie is gheweest, den minderjaerighen Princen te voorzien van wettighe Voochden, Momboers ende Gardenobels ghelijc oock is gheschiet ae Grave Willem de Vijffte van dien name tot kranczinnigheyt ghecomen zijnde.