Pagina:Couperus, Psyche (1898).pdf/118

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

je laatste druiven! Ik wil van je feest het zoete alleen, en den alsem laat ik je over. Spreidt uit de vellen van panthers, gaat slapen je roes uit; als je feest wel moet tot den winter duren, heb je behoefte aan rust: rust voor je schorre kelen, rust voor je dronken beenen, rust voor je hoofden, beneveld van wijn... Ik kom morgen terug, als je nuchter bent!

Klaterend spotte haar lach, en zij stortte zich voort in het bosch. Het was de nacht in den maneschijn; in den bleeken glans liet zij achter zich het woeste festijn; de jaloersche bacchanten dansten om Bacchus, en omhelsden hem in ééne omhelzing.

Psyche ijlde voort. Hare slapen klopten, haar hart klopte en hijgend ging haar boezem. Toen zij ver genoeg was, hield zij stil, drukte met beide handen haar borst en haalde diep adem. Langzamer liep zij voort naar den stroom. Frisch was de herfstnacht, maar gloeiend waren haar naakte leden.

Het woud was stil; alleen in de hoogste takken weeklaagde de wind. De maan zeilde als een zilveren schip uit lichtende luchtzee te voorschijn, en de bruisende bergstroom schuimde als sneeuw aan de rotsen. Vol ver-