Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/32

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

( 24 )

hem voorloopig (daar wij geen’ roman schrijven waar alles op de ontknooping aankomt,) kunnen verzekeren, dat wij behouden en wel te huis gekomen zijn, zoo als hij wit ne- vensgaande bladeren zien kan. Hij leze dezelve met genoe- gen en volge onze voetstappen den eenen of anderen tijd des jaars, op dit vreemde pad, hetgeen hem in zijne verwachting wel niet te leur zal stellen, want is er voor den mensch wel iets zijner beschouwing meer waardig, dan te zien hoe Gods voorzienigheid, nadat de zondaar uit het Paradijs is verdreven, der menschen eerlijken ijver om den grond, dien hij bewoont, in een Paradijs te herscheppen, niet wil onbe- loond laten, hetgeen, zoo ergens elders, in de wel bebouw- de dorpen aan eene dorre heide ontwoekerd, zigtbaar is.