Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/45

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

( 37 )

mogten. In het weelderige grasveld, dat zich langs de rivier uitstrekt, tegenover de predikants-woning en achter het logement van den Heer offenberg, was voor weinige jaren nog een arbeiders-huis te zien, dat den naam had behouden van het voormalige nonnenklooster, in het begin der vijftiende eeuw gesticht, en van welk klooster men nog eenige steenen op het weideveld kan vin- den. (1) De vreedzame nonnetjes zouden niet zoo rustig hier hunne dagen gesleten hebben, wanneer zij eenige eeu- wen vroeger aan de hebzuchtige en wreedaardige aanslagen hadden blootgestaan, waardoor balderik en adela in het laatste der tiende eeuw zich berucht hebben gemaakt. In die duistere middeleeuwen teruggevoerd, vreezen wij me-


(1) Niet onbelangrijk is het begin van den stichtingsbrief, voor dat klooster, gevende dezelve tevens te kennen in wat hooge achting Redichems kapel in gindschen ouden tijd stond.

12 November 1405.

Wij reijnolt, Bij der genaden Godts, Hertoge van Gulick ende van Gelre ende Greve van Zuiphen , voir ons onsen erven ensle Nakoemelingen , doen kunt allen luden 1mit desen openen brieve , want wi aengedacht hebben die groete innicheit ende begeerten onzer voervaderen Hertoghen van Gelre en Greven van Zutphen seliger geslacht, die sij gehat hebn tot onser liever vrouwen cappellen van Redinchem, geleghen in onsen lande van Veluwe, daer in wij oen (hen) geerne navolghen solden, ende sonderlinghe om dic begeerte, die wij hebben totten heiligen gloriosen heilichdom, dat in derselver cappellen is, ende oick omme de mirakelen en teikene wille, die daer geschiet zijn, soe hebn wi die voorseijde capel mit tweeën vicarijen doen verwan- delen en oversetten tot een regulier cloister voer nonnen van Sinte Augustijns regulen , om ecuwelick onzen Heeren Godt al- daif te dienen en te loeven. Alsulke vrouwen persoenen vore noit moiten bezorget wesen met tijtliken goide , dair af si loee re (hare) noitreft (nooddruft) moegen en nemen. — Waarom hij dit klooster met eene menigte giften beschenkt en naderhand nog verrijkt met eene waarde in den Rijn gelegen , misschien dezelfile waarop nog de grafsteenen liggen.

Zie nijhoff, Gedenkwaardigheden , enz.

3