Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/83

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

( 75 )

Hoekelum berustende. Welk stuk een’ diepen blik in onze vroegere bijgeloovigheden verschaft, en wel tot op den hui- digen dag, althans op de Veluwe, met tegenstukken zoude verrijkt kunnen worden.

Copie authentieq.

ATTESTATIE.

Van seekere spokerijen van kattten enz., door den Clap- waeker , ten overstaan van 't Gerecht van Catwijck gegeeven, sijnde aldaar voorgevallen op den 2den November, als ook omtrent St Jacob. a. 1655.

Compareerden voor ons cornelis van rhijn Schout, maerten maertenszoon peeck, ende isack junius Schepenen der heerlijkheden van beijde de Catwijcken en ’t Zandt, doen conde dat voor ons im eijgener persoon gecompareert ende ver- scheenen is, de Eerzame pauwels pietersz. klapperman van dezen Dorpen van Catwijck op Rhijn, dewelke heeft ver- claart, geattesteert, ende getuijcht, waerachtig te sijn, hoe dat hij den tweeden November XVIe vijf en vijftigh des nachts tusschen twaelf ende een uyre; doende sijne ordina- risse Clapsvacke door het dorp van Catwijck voornt., ende gecommen zijnde op het kerckhoff aan de westzijde, hoorde aan de oostzijde veele menschen stemmen singen, ende dick- wijls verhalende van den goeden Bastiaan, ende gaande der- waarts, dat hij sach achter de kerck op het voors. kerck- hoff op eene plaetse wat hoogh, of cleijne heuvel genaamd den Snagnaerds bergh eene groote menigte swerte katten, dye daer dansten in eenen ronden ring op hare achterste poten, houdende de voorste aan den anderen vast, singende het voors. Liet van onsen goeden Bastiaan, ende dat hij in ’t midden van hun op de voors. hoochte, sach sitten een beest, soo groot als eenen groten hondt, ende hij Deposant was genadert zijnde hitste hij sijnen hondt nae de katten