Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/190

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

154 DE COCK ALS JONG PREDIKANT GEESTESKIND DER EEUW reeds kans om behoorlijk voor u te zorgen. Wie weet! Wij zullen in 't vervolg nog wel eens samen aan 't reizen komen. Doch ter zake, gij zult ook horen, dat het mij degelijk te pas zal komen. Amsterdam bezag ik dadelijk bij mijn aankomst na het ontbijt op reis gaande. Mijne reisgezellen zal ik u naderhand wel eens nader bekend maken. - Te 62 uur ging ik naar de Oude kerk en hoordde daar Ds Ten Hoeven en Brachthauser, die het orgel uitnemend bestuurde. De kerk is schoon en pragtig en heeft 3 uitnemend schoon beschilderde glasramen. Vandaar gingen wij naar de Nieuwe kerk, dat is ook een grootsch en pragtig gebouw en heeft verscheiden praalgraven, zooals b.v. van De Ruyter, Van Kingsbergen en een uitnemend schoon bewerkte predikstoel. Daarna bezigtigden wij het koninklijk paleis en deszelfs toren tot een hoogte van 180 voet en overzag van daar Amsterdam en deszelfs omstreeken. Dat gebouw is stout en kostbaar. Het pronkt met 3 beelden op deszelfs voorplein van louter brons en 12 voet hoog. Het bevat 64 kamers waarvan wij er 24 bezagen, die voornamelijk waren ten dienste van den koning, de koningin en de prinses. Alles was pragtig gemeubeleerd. De grote danszaal vooral; dezelve was 130 voet lang, 60 breed en 100 hoog, verwulfd nl.; dezelve pronkte met 5 of 7 ontzaggelijke grote kristallen kronen. Het gordijnenpaar in die zaal had gekost f 1000.00 en dezulke waren er zeker ongeveer 20. Men zeide dat het ameublement van dat huis te voren, door Amsterdam aan Lodewijk Napoleon geschonken, gekost had 11 millioen 150 duizend gulden. Van daar bezagen we felix meritis, een gebouw gewijd aan kunsten en wetenschappen; een gebouw dat van bouwen f 700.000 gekost had, en waar wij een schilderij gezien hebben, waar eens f 1000 voor ge- boden was. Ik zit thans in den Haag. Ds Begeman is vertrokken; morgen ga ik naar Dongen en heb een goede reisroete. Bij welzijn zit ik morgen avond omstreeks 6 uren bij Jan. Van daar hoop ik u ook eens te schrijven. Vaarwel lieve! Geniet met ons kindje en met allen die mij dierbaar zijn, Gods zegen en houd u overtuigd van mijne liefde en groet ouders, br. en zust. H. de Cock. De Cock doet zijn gelofte gestand en schrijft den toegezegden brief: Dongen, Zaterdag den 19den July 1828. Lieve vrouw! en alle mij hoogst dierbare betrekkingen van vader, moeder, broeder en zuster. Heil en zegen zij en worde u gedurig van God geschonken en bevestigd. Daar zit ik dan nu reeds aan de schrijftafel te Dongen, de plaats mijner bestemming. Hartelijke blijdschap en innige vreugde ontwaardde ik bij mijn aankomst en het vreugdevol wederzien van mijnen ouden vriend