Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/312

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

264 REACTIE IN EN BUITEN DE GEMEENTE VAN ULRUM schreef dat hij daarop niet zou antwoorden, niettemin wondt dergelijk geschrijf zeer diep. Maar de Heere zorgde juist in dezen tijd voor het evenwicht; Hij gaf blijdschap en sterkte en eere te genieten, die al dat leed verzachtte. In den loop van het bewogen jaar drie en dertig kwam zij tot ruimte en tot toeëigening. De Heere kent zijn tijd! Elk ding heeft zijn bestemden tijd! De tijd naderde van den strijd naar buiten, dies schonk Hij vrede binnen. Nadat haar tweede dochter, Eelbren, geboren was, heeft het den Heere, zoo verzekerde ze na vijftig jaar, behaagd haar in de ruimte te stellen en mocht ze gelooven. ¹4) Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d' eere toegebracht. Deze kracht zou zij in bizonder sterke mate dra behoeven. Echter daaraan moest voorafgaan de roem. Dan als we blijde zijn kunnen we gemakke- lijker werken, dragen en dulden. Vòòr al het andere nu zou ze aanvangen met te getuigen. Dat deed ze bij de eerste daartoe geschikte gelegenheid. Die werd geboden na de geboorte van dat dochterke, het tweede, maar dat het volgende jaar reeds het oudste zoude zijn, als haar oudste doch- terke midden in den zwaren kerkelijken strijd haar zou ontvallen. Toen behoefde het bedroefde ouderpaar het schild waarop de meest giftige pijlen van laster en hoon moesten worden opgevangen en afgeweerd. Toèn was God hen ten schild in dien zwaren strijd aan alle zijden ge- streden. Toèn stak zij 't hoofd omhoog. 't Was naar de gewoonte dier dagen en van het dorp dat al de buur- vrouwen, armen en rijken, meer aanzienlijken en geringen, geestverwanten en tegenkanters, werden ,ter kraamvisite" genoodigd. Er werd ook nu in de pastorie een visite gehouden als bij dergelijke heuglijke gebeurtenissen placht te geschieden. Maar was het dan niet nieuw geworden bij de domineesjuffrouw? Het groote nieuws, teeder van inhoud, werd nog verzwegen. Dat mocht niet langer! Het zal worden uitgelokt ! Dat kon alleen het leven doen en het werd door eene levende gedaan. Een schippersvrouw uit Friesland, eene van die velen voor wie van nabij en verre de pastorie een Elim was geworden, een herberg der god- zaligen, wilde dat uit zou komen wat de Heere tot roem van Zijn vrij- macht in de blijde moeder had gewrocht. ,,Jufvrouws" mond werd geopend, haar tong los gemaakt, en zij vertelde eenvoudig en vrijmoedig van het groote voorrecht haar geschonken. En niet alleen dezulken die het leven kenden gaven haar getuigenis van de waarachtigheid der dingen die ge- beurd waren en verteld werden, maar zelfs een anders zeer vijandige vrouw erkende, door de macht der feiten overtuigd, dat wat de juf-