Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/487

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

AANTEEKENINGEN HOOFDSTUK XXII. ¹) Vgl. Van Lonkhuyzen, Bijlage B. blz. 10 v.v. 2) Deze onderscheiding is van De Cock. Deze J. van der Linden v.s., door Boeles (a.w. blz. 41 noot) de geleerde Van der Linden genoemd, was reeds vroeger ,ver- ketterd" en met kerkelijke vervolging bedreigd met betrekking tot zijn leer. Ten jare 1814 vond hij zich nog verpligt tot de uitgave van een Tweetal Leerredenen over de Christelijke leer, rakende de regtvaardiging uit genade door het geloof, naar aan- leiding van de XXIII en XXIVe Afd. van den Heidelb. Catechismus. In den tekst spreekt Boeles van Holtius' en Comrie's Over de Regtvaardiging waarvan men nog hier en daar de sporen onder het gemeen kan aantreffen, wanneer er over de XXIIIe Zondagsafdeeling van den Heidelb. Catech. gepredikt wordt". 3) Zoo schrijft De Cock met een zinspeling op Van der Lindens titel: Het oude kleed zonder nieuwe lappen. 4) Vgl. brief d.d. Doveren 1 July 1834. 5) Vgl. brief van D. J. van der Werp, gedateerd: Broek op Langendijk den 17 February 1859 (archief Helenius de Cock). Over Van der Werp vgl.: De Chr. Geref. Kerk, zestig jaren van strijd en zegen, door HENRY BEETS, 1918. Grand Rapids Printing Company, passim. 6) Vgl. Groen van Prinsterer, door PROF. DR P. A. DIEPENHORST, J. H. Kok N.V. Kampen, 1932, Hoofdstuk VII blz. 209 v.v. 7) Scholte spelt den naam van Van Velzen met een s, brief 1 July 1824. 8) Vgl. Gedenkschrift, blz. 157, noot 15. 9) Paulus Jakob baron van Zuylen van Nijevelt was een broer van C. van Zuylen en geestverwant van zijn andere broers Jacob Abraham, gemeente-secretaris van Rotterdam; Hugo, den verdienstelijken diplomaat; kolonel Philip Julius, kamerheer. Paulus Jakob was zee-officier. Hij woonde eerst in Rotterdam, waar hij omstreeks 1820-25 godsdienstige samenkomsten met een aantal vromen ten zijnen huize hield. Zijn zeer godsdienstige echtgenoote, mej. Bichon, overleed na een krachtig geloofs- getuigenis te hebben afgelegd in 1827." P. J. van Zuylen huwde weer met eene veel jongere vrouw en stierf in 1855 op een en tachtigjarigen leeftijd. Vgl. Gewins a.w. blz. 15, 16.