Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/525

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

APPÈL BIJ EN MEMORIES AAN DE SYNODE eenig antwoord gewierd. Er werd slechts gezag gebruikt en onderwerping gevorderd, namelijk herroeping zijner aanmerkingen tegen Br. en Redd. en belofte van het bovengen. leeren en doopen te zullen nalaten. Wat wonder, dat, daar men geene overtuigingsmiddelen geliefde te bezigen, de Cock, van de rechtschapenheid zijner bedoelingen zich bewust, ver- sterkt werd in de overtuiging, dat zijne handelwijze in hetgeen hem werd te laste gelegd, met Gods heilig Woord overeenkwam en hij alzoo ver- plicht was aan de gedane ongegronde vordering gehoor te weigeren? Terstond dan ook was het vonnis gereed, waarbij hij, evenwel zonder verlies van tractement, geschorst werd in zijne dienst, tot zoolang hij geen schuld beleden, zijne veroordeeling van Br. en Redd. niet her- roepen, en bij geschrifte niet verklaard en beloofd zou hebben, zich aan zulke handelwijze niet meer te zullen schuldig maken. Bij die gelegenheid heeft de Kerkeraad verzocht met haren leeraar gehoord te worden, maar zulks afgeslagen zijnde, is dezelve naderhand nog even binnengelaten maar eerder bespot als gehoord. Verontwaardigd over deze uitspraak hebben wij ondergeteekenden, als wettige vertegenwoordigers der gantsche Gemeente van Ulrum, die alzoo, zonder in hare rechten en belangen gekend te zijn, zoo maar wille- keuriglijk van de getrouwe dienst van haren hooggeachten Leeraar ver- stoken werd, dadelijk bij voorn. Class. Bestuur tegen deze openbare kwetsing van de rechten der Gemeente geprotesteerd, en is tevens de Eerwaarde de Cock van die uitspraak in appel gekomen bij het Provin- ciaal Kerkbestuur van Groningen. 457 Ook weder bij dit Kerkbestuur is de zaak behandeld zonder in iets het minste de Gemeente, wie het gold, te kennen, terwijl ook deszelfs uitspraak van 1 April ondubbelzinnig getuigt van de meer en meer toe- nemende en verergerende vijandschap tegen onzen waardigen de Cock. In plaatse toch van (indien men de eerste uitspraak niet geheel wilde vernietigen, immers ten behoeve van den Appellant verlichten,) haar dan eenvoudig te bekrachtigen, ontziet zich gen. Kerkbestuur geenszins om de uitgesproken straf te verzwaren en de schorsing in de dienst te be- palen op twee jaren met verlies van het geheele tractement. Inmiddels was ook het bekende boekje van Klok tegen de Evang. Gezangen uitgekomen en met eene aanprijzende voorrede uitgegeven door de Cock. Hiermede was de oogappel aangetast van de gezag- voerende vijanden onzer Formulieren van eenigheid. Hoe kon het anders, dan dat deze stoute daad de ergste straf werd waardig gekeurd, het Prov. Kerkbestuur zich deze zaak onmiddellijk aantrok, de Cock op nieuw voor zich citeerde en hem bij uitspraak van 29 Mey geheel en al van zijne dienst afzette. Ook wederom hierin is er volstrekt geen acht op de rechten der Gemeente geslagen. Als ware zij nul in het cijferen, ontneemt men haar haren getrouwen, hooggeachten en veelgeliefden Leeraar: en het is hier- om, dat de ondergeteekenden, als wettige vertegenwoordigers dier Ge- meente, zich met deze Schriftuur wenden tot de Alg. Synode der N. H.