Pagina:De Afscheiding van 1834.djvu/94

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
68
OEFENINGEN EN OEFENINGHOUDERS


was de Haagsche predikant Bernardus Verwey. 11) Hij is zoo vriendelijk oefeninghouders in één adem te noemen met kettermakers en betweters; hij decreteert, dat wat dezen „voor leer der Hervormde kerk uitventen, niet de ware geloofsbelijdenis van dezelve is; het is labadisterij, bedorven mistiekerij en zamenmengsel van klanken uit kwalijk bijgebragte Bijbelplaatsen, vooral uit Psalmen, het Hooglied en Ezechiël, bijeengevoegd: hebt van dezulken, eenen afkeer”, zoo kwezelt de man, „en verwart hun onverstandig gesnap niet met de heerlijke en kostbare parel, welke wij vinden, als wij de waarheid zoeken, in onze door den Heer bewaakte gemeente!”
De toetser heeft echter zijn partij gevonden in den toen reeds grijs geworden Le Feburé, 12) den bekwamen oefeninghouder te Leiden, die zoovelen tot zijn gezelschap had zien komen, en daaronder immers jonge mannen, die straks de helden van het Réveil en van de Afscheiding zich zouden betoonen; mannen die in den geestelijken wapenhandel waren geoefend door den oefeninghouder van Leiden, die ook de pen wist te voeren en het zwaard des Geestes te hanteeren, ook als wapen ter wederlegging en ter verantwoording.
Door wat ds B. Verwey durfde te schrijven, achtte Le Feburé dat alle oefeninghouders werden geraakt, dus, zoo antwoordde hij, raakt hij ook mij. „Maar of ik ook door dit mijn geschrijf zijn geliefde mede-christen zal blijven, weet ik niet: dit weet ík, dat ik een vriend, een metgezel ben van allen, die den Heere vreezen, die zich kenbaar maken door ware vroomheid en oprechtigheid des harten; met dezen zet ik mijne koers, op de noordstar van genade, naar het Vaderland, dat daarboven is, waar Jezus Christus mijn Heer, als de Voorlooper is ingegaan; en op deze reis oefenen wij ons, om eene onergerlijke conscientie te hebben voor God en menschen, en hier reizen wij met elkander, de een den ander helpende, en onze Zielenvriend, onze overste Leidsman, is in ons midden en in Hem en door Hem, en door Zijne kracht, maakt eendracht bij ons macht; en of wij daarom nu voor dweepers, dompers, bedorven mystieken gelasterd worden, dezen smaad rekenen wij ons eene eere, als zijnde daardoor bekend als degenen, die voor Gods vrije personele, onvoorwaardelijke verkiezing en genade tot arme zondaren pal staan, en voor dat geloof eenmaal den heiligen overgeleverd, en door den Heiligen Geest krachtdadig toegepast aan onze harten, den strijd voeren, oorlogende de oorlogen des Heeren; doch niet met vleeschelijke wapenen, maar met wapenen uit het wapenhuis van onzen Heere Jezus Christus, welke voor ons, door Hem zelven, en al die Zijne voetstappen nagewandeld hebben door genade, reeds beproefd en zoo krachtig bevonden zijn, dat daarmede alle kennis, die zich tegen Hem verheft, is nedergeworpen; want die wapenen zijn krachtig werkende door den Heiligen Geest; en onze handen worden door Hem zelven