Pagina:De Katholieke Illustratie vol 001.pdf/309

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

304

MILITAIREN-VEREENIGING.
van de H.H. Augustinus en Antonius.



oe meer ongeloof en zedebederf, vooral in onze tijden, zich als uitputten in het bestrijden van het katholieke leven, des te meer wordt dat katholieke leven opgewekt en ontwikkeld door de altoos vernieuwde strijdkrachten waarmede het door de Kerk uitgerust wordt.

De middelen die de kinderen dezer wereld aanwenden ter verspreiding van het kwaad, dienen de kinderen des lichts om het goede staande te houden en te bevorderen. Tegenover de geheime genootschappen en zamenzweringen, de congressen en meetings des ongeloofs wijst de katholieke Kerk op hare geestelijke verbonden en broederschappen, op hare godsdienstige vereenigingen en katholieke kringen.

Verblijdend is het voor het gezonde katholieke hart, om die teekenen van leven, van moed en van kracht gade te slaan. Schitterende voorbeelden, roemruchtige wapenfeiten in de groote veldslagen des Geloofs en der Liefde heeft de Katholieke Kerk in onzen tijd te bezingen en te vieren, maar niet minder schittert de moed en het beleid harer helden in de meer beperkte, nederiger kringen van het maatschappelijk- en familieleven.

Zoo wijzen wij met vreugde op do Geestelijke Militairen-vereeniging, wier doeltreffende inrigting en heilzame vruchten ondanks haar betrekkelijk kort bestaan ten volle de aandacht en ondersteuning verdienen niet alleen van allen, die belang stellen in de goede zaak, maar vooral van de ouders, wier zonen als miliciens, voor korteren of langeren tijd het vrome ouderlijke huis moeten verwisselen voor het garnizoensleven, dat hen zoo vaak weêrloos blootstelt aan de verleiding in haar grootste aantrekkelijkheid.

De Katholieke Illustratie wenscht het hare bij te dragen om deze voortreffelijke vereeniging bekend te maken.

Vóór weinige jaren werd de eerste Geestelijke Militairen-vereeniging te Bergenopzoom opgerigt. Klein en nederig werd zij als het ware ondernomen eer zij ontworpen was, maar Gods zegen rustte op dat liefdewerk en als altijd was een nietig begin een waarborg voor verwonderlijke ontwikkeling en wasdom.

De Vereeniging heeft thans reeds bloeijende afdeelingen te Breda, 's Hertogenbosch, 's Gravenhage, Vlissingen, Middelburg, Leiden, Delft, Willemstad en Woerden en in deze maand Mei zullen waarschijnlijk ook Utrecht, Gorcum en Maastricht elk eene afdeeling gevestigd zien.

Het groote doel der vereeniging is om militairen van goeden wil en voornamelijk de miliciens te wapenen, te ondersteunen en te beschutten tegen de groote en gevaarlijke verleiding, waaraan zij in en buiten de kazerne, bijzonder in de vrije avonduren, zijn blootgesteld.[1]

Te dien einde wordt iederen avond bijeenkomst gehouden, waarin op aangenaam boeijende wijze de tijd doorrgebragt wordt in gezellig ouderhoud, stichtende gesprekken, afgewisseld met degelijke godsdienstige voorlezingen. Godvruchtige gezangen veraangenamen deze bijeenkomsten, die met het avondgebed en het Rozenhoedje besloten worden. Gedurende de lange winteravonden vermaakt men zich met gepaste gezelschapsspelen en van tijd tot tijd geeft de bestuurder der Afdeeling, een der Eerw. Geestelijken uit de garnizoensplaats, onderrigtingen, eigenaardig toepasselijk op de behoeften van de militairen zijner Afdeeling.

In den regel gaan de Leden maandelijks ter biecht. Op sommige plaatsen zelfs, waar dit gevoegelijk kan, houdt de afdeeling maandelijks generale Communie zoo als te 's Hertogenbosch, alwaar de Paters Redemptoristen hunne zorgen aan de Vereeniging wijden. Treffend is het alsdan soms 80 militairen en meer gezamenlijk tot de H. Tafel te zien naderen met eene godsvrucht die in geenerlei opzigt den fieren militairen het prestige der uniform ontneemt, maar integendeel er eenen hoogeren glans aan geeft en hen adelt tot Christen helden.

Zijn de miliciens eerst eenige weken trouw in de bijeenkomsten tegenwoordig geweest en hebben zij zich ordelijk en stichtend gedragen, dan worden zij aangenomen als Lid der afdeeling. Na expiratie van hun diensttijd, ontvangen zij alsdan een getuigschrift van godsdienstig en zedelijk gedrag. Voor Ouders en Heeren Geestelijken is zulk een Certificaat een vertrouwd bewijs dat hunne zonen of gemeentenaren zich goed en godsdienstig hebben gedragen en zij kunnen dan gerust zijn dat het ouderlijk huis geen verloren zonen te betreuren heeft. Integendeel, de meesten worden sterker en moediger in geloof en deugd en in het waarnemen hunner pligten.

Wij achten ons gelukkig Ouders en HH. Geestelijken te mogen wijzen op deze heilzame vereenigingen, te meer, wijl datzelfde middel Vereeniging ook juist dezer dagen meer dan ooit aangewend wordt van andere zijden, die minst genomen, min vertrouwbare rigting beoogen, of anti-katholieke vlag voeren. Zij kunnen de miliciens op het hart drukken, om lid te worden van de vereeniging van de H.H. Augustinus en Antonius, die weldra in alle garnizoensplaatsen gevestigd zal zijn. Het is voor het ouderlijk hart een waarborg van het hoogste belang voor het ware geluk der kinderen, in het behoud van godsdienst en zeden te midden van de grootste verleiding.


ALLERLEI.



NIEUWE KOFFIJ-MACHINE. Deze hangt zoo als de afbeelding toont in een boogvormig raam boven een vlak spiritus-bakje, dat met een plat deksel kan gesloten worden; zij bestaat inwendig uit een onderruim, die naar boven in een pijp b uitloopt, waarin een blekken trechtertje past, zoodat men het water, in het onderruim gemakkelijk kan gieten. Is dit onderruim met water gevuld, dan steekt men, na het trechtertje er afgenomen te hebben het bovenstel in de pijp, die tot op den bodem van het onderruim gaat, het bovenruim c wordt met gemalen koffij gevuld, waarbij men echter de koffij niet te vast mag indrukken; men legt dan op de koffij het flanellen schijfje, daarop het zeef deksel en schroeft daarop den glazen of metalen bovendeksel. Wanneer men nu den spiritus aansteekt, gaat het water in het onderruim in weinige minuten aan het koken en wordt door den ontstanen stoom door de pijp naar het bovenstel gedreven, komt verder door vier gaatjes onder de zeef, waarop de koffij ligt, wordt met geweld door de koffij, het flanellen deksel en de zeef gedreven en vliet als klare koffij over het schroefrad in het bovenruim, dat afgesloten is; hieruit kan men de kan ledigen, door haar hellend te houden. — De koffij is klaar wanneer men door de zeef van het, bovenstel groote blazen borrelend ziet opkomen. — Deze wijze van in paar minuten koffij te zetten is niet gevaarlijk, daarom meenen wij onze lezers eene kleine dienst te doen met de afbeelding en beschrijving er van te leveren. —



IETS OVER HET PAPIER. Het papierverbruik is in onze dagen tot eene ontzagwekkende hoogte geklommen; voor hem, die daarvan nog een bewijs verlangt, diene de volgende opgave. In het afgeloopen jaar waren papiermachinen in werking: in Groot-Brittannië 413, Frankrijk 210, Duitschland 140, Oostenrijk 49, Italië 29, Nederland en België 28, Zwitserland 26, Rusland 25, Spanje 17, Zweden 7, Denemarken 6, Turkije 1. Te zamen 951.

Eene machine kan dagelijks gemiddeld 12 centenaars papier leveren, de machine van nieuwere konstruktie zelfs 30 à 40 centenaars. Daar de behoefte aan lompen zich onophoudelijk meer doet gevoelen, begint men in de meeste fabrieken zich van hout als grondstof voor de papierfabrikatie te bedienen. Het hout evenwel moet herhaalde bewerkingen ondergaan, alvorens het tot grondstof van papier kan dienen. Een gevolg daarvan is dat men zich toelegt op het vervaardigen van machinen als voor de verwerking der nieuwe grondstof noodig zijn. Eene nieuwe machine door den papierfabriekant Erfurt in Maagdenburg uitgevonden, overtreft alle tot nu toe bestaande. Zij is van 6 paardenkracht en levert in 24 uren tijds eene hoeveelheid houtstof van 12—14 centenaars. Deze stof is geheel gezuiverd van de kiezelzuren en de hars, die het hout bevat; de vezelstof is er zoodanig in ontwikkeld, dat de houtmassa geschikt is tot grondstof van zeer dragelijk papier. Een groot voordeel dezer houtstof is dat zij, nat of droog, bewaard kan worden, zonder dat er zich klonters in vormen. Wanneer zij vochtig is, kan zelfs een kenner haar moeijelijk van lompenstof onderscheiden. Daarbij werkt die machine 50% goedkooper dan alle andere.

Eene nieuwe tak van industrie is de vervaardiging van albuminpapier voor photographiën; tot nog toe houdt men er zich hoofdzakelijk in Dresden mede bezig, uit welke stad jaarlijks ongeveer 6000 riem albuminpapier naar Frankrijk, Engeland en Amerika verzonden worden. Deze hoeveelheid levert het papier voor 120 millioen albumphotographiën. Tot vervaardiging van die massa papier zijn, behalve lompen van het fijnste linnen, 1½ millioen hoendereijercn noodig en van den kant des fabriekants de grootste zorgvuldigheid en naauwkeurigheid. Reeds bij de vervaardiging van het ruwe papier doen zich vele moeijelijkheden op, die men te overwinnen heeft, om het gelijk en fijn te doen zijn. Het moet, zooals wij zeiden, zeer fijn en het water geheel vrij van ijzerdeelen zijn. Het ruwe papier wordt tegenwoordig behalve in Dresden, ook in Parijs en Malmedy vervaardigd. Het schijnt dat dit papier, nadat het eenigen tijd gelegen heeft, van betere moleculaire hoedanigheid wordt; enkele malen heeft juist het tegenovergestelde plaats gehad, doch dit werd aan bijkomende omstandigheden toegeschreven.

Tot albumineren van het papier wordt het wit van versche hoendereijeren gebruikt, nadat men het aan gesting onderworpen heeft. De eiwitmassa wordt bij eene warmte van 35—40° C. opgelost en over het papier gespreid.

  1. Zie het Reglement der Militairen-Vereeniging van HH. Augustinus en Antonius, o.a. opgenomen in de door de vereeniging bezorgde uitgave een gebedenboekje. voor R. K. Militairen getiteld: de Christen Soldaat.