Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/34

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Art. 107
— 34 —

Bij staken van stemmen wordt het nemen van het besluit tot eene volgende vergadering uitgesteld.

In deze, en evenzoo in eene voltallige ver­gadering, wordt, bij staken van stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

De stemming moet geschieden bij hoofdelijke oproeping, wanneer een der leden dit verlangt en alsdan mondeling.

107. (102*) De stemming over personen voor de benoemingen of voordragten in de Grond­ wet vermeld, geschiedt bij besloten en ongeteekende briefjes.

De volstrekte meerderheid der stemmende leden beslist; bij staken van stemmen beslist het lot.

108. (103*) Bij eene vereenigde vergadering worden de beide Kamers als slechts ééne be­schouwd en nemen hare leden, naar willekeur, door elkander plaats.

De Voorzitter der Eerste Kamer heeft de leiding der vergadering.


VIJFDE AFDEELING.
Van de Wetgevende Magt.

109. (104) De Wetgevende Magt wordt ge­zamenlijk door den Koning en de StatenGeneraal uitgeoefend.

110. (105*) De Koning zendt Zijne voor stellen, hetzij van wet, hetzij andere, aan de Tweede Kamer bij een schriftelijke boodschap of door eene Commissie.

Hij kan aan bijzondere door Hem aange­wezen commissarissen opdragen de ministers bij het behandelen van die voorstellen in de vergaderingen der Staten-Generaal bij te staan.

111. (106*) Aan de openbare beraadslaging over eenig ingekomen voorstel des Konings gaat altijd een onderzoek van dat voorstel vooraf.

De Kamer bepaalt in haar Reglement van Orde de wijze, waarop dit onderzoek zal worden ingesteld.

112. (107*) De Tweede Kamer, alsmede de vereenigde vergadering der Staten-Generaal heeft het regt wijzigingen in een voorstel des Konings te maken.

113. (108*) Wanneer de Tweede Kamer tot aanneming van het voorstel, hetzij onver-