Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/71

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
— 71 —

De oudste der andere leden van het stem­ bureau ziet het stembiljet na. De beide overige leden houden aanteekening van iedere uitge­brachte stem.

Artikel 89, tweede lid, wordt gelezen :

Van onwaarde zijn voorts de stembiljetten : waarop in geen stemvak het wit stipje zwart is gemaakt ;

waarop de namen van andere personen dan de candidaten, of waarop andere bijvoegingen geplaatst zijn ;

waarop in meer dan één stemvak het wit stipje zwart is gemaakt;

waarop de aanwijzing van eenen candidaat is geschied op eene andere wijze dan is voor­geschreven bij artikel 77 ;

en de stembiljetten, die eene aanduiding van den kiezer bevatten;

of die niet voorzien zijn van den voorgeschre­ven stempel.

Artikel 90 wordt gelezen :

Terstond nadat alle stembiljetten zijn ge­opend en de daarop uitgebrachte stemmen op­genomen, maakt de voorzitter van het stem­bureau ten aanzien van iedere lijst bekend zoowel het aantal der op iederen candidaat uitgebrachte stemmen als het gezamenlijk aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 92 wordt gelezen :

Het proces-verbaal der stemming wordt door alle leden van het stembureau geteekend.

Het wordt met de verzegelde pakken, in de artikelen 86 en 91 bedoeld, door het jongste lid van het stembureau onverwijld naar den voorzitter van het hoofdstembureau overgebracht.

Achter artikel 92 wordt ingevoegd :

Art. 92 a. Het stembureau deelt binnen twee dagen na den dag der stemming aan den bur­gemeester mede de namen van de kiezers binnen zijn ressort die zich niet hebben aangemeld overeenkomstig art. 74, tweede lid.

Artikel 93 wordt gelezen :

Het hoofdstembureau houdt den volgenden dag des namiddags te twee uren eene zitting.

Is te voorzien, dat de processen-verbaal als­dan nog niet alle naar den zetel van het hoofd­ stembureau kunnen zijn overgebracht, dan wordt de zitting door Onzen Commissaris in de