Pagina:Grondwet van het Koninkrijk der Nederlanden (1917).pdf/97

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
— 97 —
 

Op Onzen last wordt de tekst van de artikelen der Gemeentewet, die verwijzen naar artikelen of gedeelten van artikelen der Kieswet, in overeenstemming gebracht, voor zooveel die ver­wijzingen betreft, met den ingevolge art. 166 der Kieswet bekend te maken tekst dier wet, en in het Staatsblad geplaatst.

Met afwijking van bovenstaand artikel II worden in de wet van 31 December 1913 (Staatsblad n°. 469), tot toevoeging van d» terreinen langs den Nieuwen Waterweg en het Scheur, thans deel uitmakende van de ge­meenten 's Gravenzande en Naaldwijk, aan de gemeente Rotterdam, totdat de wet daaromtrent nader zal hebben beschikt, de volgende veranderingen gebracht:

De artikelen 4, 5, 8, 9, 11, derde lid, en 17 vervallen.


Art. X. Na afkondiging van de wetten, houdende veranderingen in de Grondwet, heeft eene herziening plaats van de kiezers­lijsten overeenkomstig de Kieswet, gelijk zij bij artikel VII is gewijzigd.

Voor de herziening van de kiezerslijsten, worden de termijnen, genoemd in artikel 2, 8, derde (thans tweede) lid, 22, en 24 dier wet, gesteld op den 21sten dag na de bedoelde af­kondiging. De kiezerslijsten worden vastge­steld uiterlijk op den 49sten en definitief van kracht op den 103den dag na die afkondiging.

De termijnen in de artikelen 28, tweede en derde lid, 29, 30, 31 en 33 der Kieswet gesteld, worden berekend alsof de dag der vaststelling was 22 Maart.

De eerstvolgende herziening van de kiezerslijsten heeft plaats in 1919.

De in artikel 131 der Gemeentewet bedoelde verkiezing blijft geschieden volgens de bepalingen welke gelden op den dag der in den aanhef bedoelde afkondiging, maar volgens de kiezerslijsten zooals deze nieuw worden vastgesteld.


Art. XI. De verkiezingen voor de nieuwe Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben plaats binnen een jaar na die afkondiging.


Art. XII. De Provinciale Staten en de gemeenteraden blijven, zooals zij op het tijdistip der afkondiging van de wetten houdende