Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1848).pdf/13

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

uitspreekt, die vervolgens door hem en elk der leden, hoofd voor hoofd, beëedigd of bevestigd wordt:

» Wij ontvangen en huldigen, in naam van het
» Nederlandsche volk en krachtens de Grondwet, U als
» Koning ; wij zweren ( beloven ), dat wij uwe on-
»schendbaarheid en de regten uwer kroon zullen hand-
» haven ; wij zweren (beloven) alles te zullen doen wat
» goede en getrouwe Staten-Generaal schuldig zijn te
» doen.
» Zoo waarlijk helpe ons God almagtig ! " ( » Dat
» beloven wij ! ")


ZESDE AFDEELING.
Van de Magt des Konings.


53. De Koning is onschendbaar ; de ministers zijn verantwoordelijk.

54. De uitvoerende magt berust bij den Koning.

55. De Koning heeft het opperbestuur der buitenlandsche betrekkingen.

56. De Koning verklaart oorlog. Hij geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de beide Kamers der Staten-Generaal, met bijvoeging van zoodanige mededeelingen, als hij met het belang en de zekerheid van het Rijk bestaanbaar acht. }

57. De Koning maakt en bekrachtigt vredes en alle andere verdragen met vreemde mogendheden. Hij deelt den inhoud dier verdragen mede aan de beide Kamers der Staten-Generaal, zoodra hij oordeelt dat het belang en de zekerheid van het Rijk zulks toelaten.

Verdragen, welke, hetzij afstand of ruiling van eenig grondgebied des Rijks in Europa of in andere werelddeelen, hetzij eenige andere bepaling of verandering, wettelijke regten betreffende, inhouden, worden door den Koning niet