Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1848).pdf/26

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

112. Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze te hebben beraadslaagd, het voorstel goedkeurt, zendt zij het aan den Koning met het volgende formulier :

» De Staten-Generaal, oordeelende dat het nevens-
» gaande voorstel zou kunnen strekken tot bevordering
» van 's Rijks belangen, verzoeken eerbiedig daarop
» 's Konings bewilliging. "

Voorts geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier :

» De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft kennis
» aan de Tweede Kamer, dat zij zich heeft vereenigd
» met het van haar op den ..... ontvangen voor-
» stel betrekkelijk ....., en daarop namens de
» Staten-Generaal 's Konings bewilliging heeft verzocht ."

Wanneer de Eerste Kamer het voorstel niet goedkeurt, zoo geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier :

» De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft geene
» genoegzame reden gevonden om op het hiernevens
» teruggaande voorstel 's Konings bewilliging te ver
» zoeken . "

113. Andere voordragten, dan voorstellen van wet, kunnen door elke Kamer afzonderlijk aan den Koning worden gedaan.

114. De Koning doet de Staten-Generaal zoo spoedig mogelijk kennis dragen, of hij een voorstel van wet, door hen aangenomen, al dan niet goedkeurt. Die kennisgeving geschiedt met een der volgende formulieren :

» De Koning bewilligt in het voorstel. "

of:

» De Koning houdt het voorstel in overweging. "

115. Alle voorstellen van wet, door den Koning en de