Wanneer de Eerste Kamer tot niet-aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning en aan de Tweede Kamer, met de volgende formulieren :
„ Aan den Koning!
„ Aan de Tweede Kamer!
115. Zoolang de Eerste Kamer nog niet heeft beslist, blijft de Koning bevoegd het door Hem gedaan voorstel weder in te trekken.
116. De Staten-Generaal hebben het regt voor stellen van wet aan den Koning te doen.
117. De voordragt daartoe behoort uitsluitend aan de Tweede Kamer, die het voorstel overweegt op gelijke wijze als zulks ten aanzien van 's Konings voorstellen is bepaald, en, na aanneming, aan de Eerste Kamer verzendt met het volgende formulier :
Zij is bevoegd aan een of meer van hare leden de schriftelijke en mondelinge verdediging van haar voor stel in de Eerste Kamer op te dragen.
118. Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze te hebben beraadslaagd, het voorstel goedkeurt, zendt zij het aan den Koning met het volgende formulier :
Voorts geeft zij daarvan kennis aan de Tweede Kamer met het volgende formulier :