Pagina:Grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden (1887).pdf/31

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

De uitspraak geschiedt met open deuren.

Behoudens de uitzonderingen door de wet bepaald zijn de teregtzittingen openbaar.

De regter kan in het belang der openbare orde en zede lijkheid van dezen regel afwijken.


Tweeede Afdeeling.

Van de Regterlijke magt.


162. Er bestaat een opperste geregtshof onder den naam van Hooge Raad der Nederlanden, waarvan de leden door den Koning, overeenkomstig het volgende artikel worden benoemd.

163. Van eene voorgevallen vacature wordt door den Hoogen Raad aan de Tweede Kamer der Staten Generaal kennis gegeven, die ter vervulling daarvan eene voordragt van drie personen aan den Koning aan biedt, ten einde daaruit eene keuze te doen.

De Koning benoemt den president en den vice-president, uit de leden van den Hoogen Raad.

164. De leden der Staten-Generaal, de hoofden der ministeriële departementen, de gouverneurs-generaal en de hooge ambtenaren onder anderen naam met gelijke magt bekleed in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen, de leden van den Raad van State en de Commissarissen des Konings in de provinciën staan, wegens ambtsmisdrijven in die betrekkingen gepleegd, ook na hunne aftreding te regt voor den Hoogen Raad ter vervolging hetzij van Konings wege, hetzij van wege de Tweede Kamer.

De wet kan bepalen dat nog andere ambtenaren en leden van hooge collegien wegens ambtsmisdrijven voor den Hoogen Raad te regt staan.

165. De Hooge Raad heeft het toezicht op den geregelden loop en de afdoening van regtsgedingen, alsmede op het nakomen der wetten door de leden der regterlijke magt.

Hij kan hunne handelingen, beschikkingen en vonnissen, wanneer die met de wetten strijdig zijn, vernietigen en buiten werking stellen volgens de bepaling door de wet daaromtrent te maken en behoudens de door de wet te stellen uitzonderingen.

De overige bevoegdheden van den Hoogen Raad worden geregeld bij de wet.