Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1922).djvu/21

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

„Zoo waarlijk helpe mij God almachtig!" („Dat beloof ik!")

5. Alvorens tot dien eed of die belofte te worden toegelaten, leggen zij den volgenden eed (verklaring en belofte) van zuivering af:

„Ik zweer (verklaar), dat ik, om tot minister te worden benoemd, directelijk of indirectehjk, aan geen persoon, onder wat naam of voorwendsel ook, eenige giften of gaven beloofd of gegeven heb.

„Ik zweer (beloof), dat ik om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd eenige beloften of geschenken aannemen zal, directelijk of indirectelijk.

„Zoo waarlijk helpe mg God almachtig!" („Dat verklaar en beloof ik!")

6. Alle koninklijke besluiten en beschikkingen worden door een der hoofden van de ministerieele departementen mede onderteekend.


Artikel 78.

De instelling van vaste colleges van advies en bijstand aan de Regeering geschiedt krachtens de wet, die tevens regelen inhoudt omtrent hunne benoeming, samenstelling, werkwijze en bevoegdheid.


DERDE HOOFDSTUK.
Van de Staten-Generaal.


EERSTE AFDEELING.
Van de samenstelling der Staten-Generaal.


Artikel 79.

De Staten-Generaal vertegenwoordigen het geheele Nederlandsche volk.

Artikel 80.

De Staten-Generaal zijn verdeeld in eene Eerste en Tweede Kamer.


Artikel 81.

1. De leden der Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen door de ingezetenen, tevens Nederlanders of door de wet als Nederlandsche onderdanen erkend, die den door de wet te bepalen leeftijd, welke niet beneden drie en twintig jaren mag zijn, hebben bereikt. Ieder kiezer brengt slechts ééne stem uit.