Pagina:Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden (1922).djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


Artikel 114.

1. Wanneer de Tweede Kamer tot aanneming van het voorstel, hetzij onveranderd, hetzij gewijzigd, besluit, zendt zij het aan de Eerste Kamer met het volgende formulier:

„De Tweede Kamer der Staten-Generaal zendt aan de Eerste Kamer het hiernevens gaande voorstel des Konings en is van oordeel, dat het, zooals het daar ligt, door de Staten-Generaal behoort te worden aangenomen."

2. Wanneer de Tweede Kamer tot het niet-aannemen van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning met het volgende formulier:

„De Tweede Kamer der Staten-Generaal betuigt den Koning haren dank voor Zijnen ijver in het bevorderen van de belangen van den Staat en verzoekt Hem eerbiedig het gedane voorstel in nadere overweging te nemen."


Artikel 115.

1. De Eerste Kamer overweegt, met inachtneming van artikel 112 het voorstel zoodanig als het door de Tweede Kamer is aangenomen.

2. Wanneer zij tot aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan dén Koning en aan de Tweede Kamer met de volgende formulieren:

„Aan den Koning.

„De Staten-Generaal betuigen den Koning hunnen dank voor Zijnen ijver in het bevorderen van de belangen van den Staat en vereenigen zich met het voorstel zooals het daar ligt."

„Aan de Tweede Kamer.

„De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft aan de Tweede Kamer kennis, dat zij zich heeft vereenigd met het voorstel betrekkelijk ......, op den ...... aan haar door de Tweede Kamer toegezonden."

3. Wanneer de Eerste Kamer tot niet-aanneming van het voorstel besluit, geeft zij daarvan kennis aan den Koning en aan de Tweede Kamer met de volgende formulieren:

„Aan den Koning.

„De Eerste Kamer der Staten-Generaal betuigt den Koning haren dank voor Zijnen ijver in het bevorderen van de belan-