Pagina:Groot volkomen moolenboek.pdf/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

te loot nedervallen, gelyk hier met Stippelingen en ook met Nommers in de grond en op de ſtylen aangetoont is: vorders is alles naauwkeurig na de Voetmaat.

N°. 3.

Beſchryving van de Grond van een Eyke Waageſchot-zaager, ſtaande buyten Amſterdam‚ en genaamt het AMSTERDAMSE WAAPEN.

Voor eerſt de Heygrond, met de Maſten in 't rond, en de binnenſte Maſten‚ daar de Koning op ruſten moet: op de Maſten in ’t rond moet op yder twee Paalen een Kespe leggen, zwaar 5 a 10 duym, en op yder Paal met een houte nagel van een duym geſlooten of vaſt gemaakt worden. Op die Kespe legt men de Fondaments-Planken, zwaar 4 duym, en die ook wel vaſt gemaakt met houte nagels; daar de muur op gemetſelt in ’t rond, gelyk in de Opſtal vertoont word: hier beneevens ziet men de Kruys Balken, half en half in malkander gekeept, en de Zwaarden daar in gezonken, met verlooren Lippen en Tanden ingewerkt, daar de Spruyten met Pen en Gaten in ſchieten, en met houte Nagels geſlooten : men ziet ook de Vloer op de Kruys-Balken met bedekte Swaaluwe-ſtaarten ìngezonken, een duym diep met Stippels aangetoont. Deze Vloer is met Pen en Gaten in malkander gewerkt, als hier vertoont is, en met een Duyms Bout geſlooten, en dan nog met een kleyn Duyms Pennetje voor het gelyk houden Van de Vloer, en de Kruys-Balken, welke zo veel korter moeten zyn, dat daar buyten een Kliſſoor van 3 duym kan voorgemetfelt worden voor den reegen of voor ’t inwateren.

Vorders ziet men de grootte van die Penant, die onder de Kruys-Balken leyt, en hoe de Koning met vier gaten en Pennen en vier Lippen om de Kruys-Balken gewerkt word. Vorders ziet men de halve Rolring die op de Vloer komt te leggen, met zyn Rollen en Bouten daar in, en de Kraag om de Koning en de Latten op de Rolring aan de Kraag vaſt geſpykert, die om de Koning draayt, om den Rolring op zyn Centrum te houden op de Vloer.

N°. 4.

Beſchryving van de Slee-Stelling.

Voor eerſt ziet men de Overring onder de Slee-ſtelling leggen, ’t welk getoont met Pennen en Gaten in den anderen gewerkt; ook ziet men op de Overring leggen twee Kot-Balkon, met den Staart-Balk, of Koning-Balk, het welk hier legt ingezonken met Voorloeven van 1½ duym diep; ook ziet men tuſſchen de Koning-Balk en de Kot-Balken nog vier Leggers, die dienen tot de Kot-planken; ook voert men den Overring op de hoogte van de Kot—Balken, om de Kot-planken daar op vaſt te ſpykeren; men buygt ook daar dan wel een ½ duyms blat Waageſchot om de Overring en de Voering, en dat wel geſpykert; ook is vertoont op de Kot-Balken met ſtippels‚ daar de ſtylen van de Moolen moet ſtaan, met Pen en Gat in de Kot-Balken, en hier boven op is vertoont de Slee-Stelling. Voor eerſt ziet_men twee Slee-ſtellingſtukken, en daar zyn ingewerkt 14 Triemen boven gelyk met Pennen en Gaten, en met bedekte Tanden en houte Nagels geſlooten; daar leggen ook nog drie Schroten in, of Planken, ook boven gelyk, en hier tuſſchen in zyn vertoont dertien Rollen, yder op zyn plaats, en in goede ordre; ook is yder Rol voor ’t endt ingewerkt een yzere Pen, die in een yzere Plaat paſt, en om deze yzere Plaat is een yzere Ring, die om de Plaat paſt, welke Plaat en Ring is voor het endt van de Rol gelyk ingelaten, en dan de Pen net na de midden van de Rol ingewerkt, gelyk hier een Rol aangetoont is met zyn Plaat en Ring, en de Pen daar by. Deze Rollen moet men in de Slee-ſtelling-ſtukken laaten zakken zo laag dat zy 1½ duym boven de Slee-ſtukken blyven‚ en Waterpas leggen; de Rollen moet men aan beyde enden even dik maaken‚ en wel zuyver regt, dan in de Winkelhaak geleyt onder de Rey in ’t midden van de Moolen. By de Raam-ſtylen leyt men de Rol een weynig hooger, om dat de Slee daar makkelyk over zal gaan; ook is hier boven op vertoont de Slee, welke hier onder een sponning in moet zyn Van 1½ duym wyt en diep in de midde van de Slee-ſtukken; ook zyn op de Triemen Neuten vertoont, daar men dezelve zien kan, welke in de Sponning van de Slee paſſen, om die regt in den haak te houden, op de Rollen; ook is vertoont de Heugel in de Slee, met de yzere Prooken daar in‚ en de yzere Spil en de Schyfloop daar om, en vier Pannen daar de Spil in ruſt, daar aan het Krabbel-rat met de Krukken, om de Slee mede uyt en in te winden; ook worden vertoont de Raam-ſtylen en de Koning-ſtyl in ’t midden, daar de Heugel door gaat, met Stippels; men ziet tuſſchen de Raam-ſtylen en de Sleeſtukken No. 1 tot 8 incluys hoe veel duym yder wyt is: voor aan de Punt is de Borſt-naalt met de Planken en de Hang-Luyffels de Planken in den anderen geploegt aangewezen ‚ aan de ſtaart twee Trappen, en twee dito aan de Slee-ſtelling om op te klimmen vertoont. Ook legt hier de Heugel op zy, met twee Schyfloopjes, een van zeeven ſtaaven en de ander van agt ſtaaven. De Deeling is groot twee duym, een duym voor de Staf, en een duym voor de. Tant van de Heugel. Ook is hier de Staart-Balk op zy vertoont, met zyn Pollen en Wint-koppel daar door, en een Pol Op zyn plat hoe hy gewerkt word. Ook ziet men daar onder de Koning en de Pen met ſtippels daar in, en de Kraag daar om met yzere ſtroppen: ook ziet men hoe de Koning op de Kruys-Balk gewerkt word: ook word aangewezen hoe den Over-ring met een Voorloef in den Staart Balk leyt‚ en hoe dezelve met de Yzers vaſt gehouden word, want als men de Vloer op de Kruys-Balk heeft gelegt, legt men de Rol-ring met de Rollen daar boven op‚ en dan legt men onder yder Roleen twee duyms end Plank, gelyk aangetoont is dat de Rollen twee duym van de Vloer af zyn. Als de Moolen nu klaar is, dan neemt men de twee duyms ſtukken uyt de Rollen, moetende de Moolen meeſt op de Koning zyn dragt hebben, gelyk vorder in de Opſtal kan gezien worden: het Moolenaars Gereedſchap is hier mede by vertoont.

N°. 5.

Beſchryving van een Waageſchot-Zaag-Moolen van ter zyde te zien; met zyn Muur in en boven de Grond.

Voor eerſt ziet men de Muur in zyn Opſtal onder de Moolen, die tot de Stippeling in de grondt komt te ſtaan; ook is hier boven op de Muur de Vloer en de Rollen daar op met de Rolring, en daar op den Overring, en daar op is vertoont de Kot-Balk met de Staart-of Koning-Balk, het welk hier vooren al is verklaart. Men ziet het Zy-Bint in den Opſtal, onder wyt 25 voet 8 duym, boven wyt 12 voet 9 duym buytens werk. Ook is dit Bint de Balken met Pennen, Gaten en Tanden in de ſtylen gewerkt, gelyk aangewezen is, en met houte Nagels geſlooten; ook ziet men de Kruyſſen en Schooren met Tanden, Swaaluwe- ſtaarten en Lippen in de Balken en Stylen gewerkt, gelyk meede aangewezen is; ook zyn binnen onder eerſt vertoont de Slee-ſtelling-ſtukken voor ’t end, en het voor- en agter-Raam met zyn Hoofde en Draay-Aſſe, en de Zaage daar in aangetoont. Deze Raamen zyn met halve Hoofden gewerkt: ook ziet men nog een derde de Pomp-Raam boven op de Zolder, ’t welk dient om de Kruk te balanceeren; men maakt yder Raam even zwaar, om de Zaagery makkelyk te doen gaan, en dat de Moolen ook ligter draayt. Men ziet hier nog vertoont de Luyffels in ’t zy-Bìnt, met de Gaaten daar onder; ook vertoont men de boven-Koning-Balk voor ’t end‚ als meede de Vang-Balk, Vang-ſtok en Touw daar aan, en het Saabel-yzer, dat aan de Vang vaſt is, gelyk aangewezen is; ook ziet men de Kruk met zyn bogten‚ die de Raamen doet op en needer gaan, en de Kruk-Balken daar onder, met de Pollen daar in, de Bos om de Kruk met het Schyf-loop daar om; ook ziet men de Borſt-Naald boven met een Pen en Gat in en onder de Steunder, en onder met een Keep en Borſt op de Staart- of Koning-Balk. Ook word aangewezen aan de Borſt-Naald de Swigſtelling; ook vertoont men de Kap op zyde, de Dak-lyſten op de ſtylen, en de Spante daar op, als meede het boven-Wiel, dat om de As hangt, nog de As met de Scheenen daar in, en de Stroppen daar om, met een Roe daar door; ter zyde Word de Vang uytgeleyt vertoont; eyndelyk word alles in een goede ordre gevonden ‚ en kan correct na de Voetmaat gemeeten worden.

N°. 6.

Beſchryving van dan Opſtal der Moolen de Waageſchot-zaager van agteren te zien.

Voor eerſt vertoont men de Moolen van onderen doorgeſneeden, en men ziet de dikte van de Muur, die in de rontte zo opgemetſelt moet worden‚ ook ziet men de Penant in de midden van de Moolen‚ en twee dikte Planken dwars over den anderen gelegt, en daar op gelegt de Kruys-Balken, en hier op de Vloer en de Rolring. met de Rollen en de Overring, met de Kot-Balken voor ’t end, de Koning met de Staart-Balk en de Kot-Planken, daar voorheen Berigt van gedaan is; ook vertoont zig de Slee-ſtelling op zy, met de Leuning en de Schoore daar onder, de Wig onder den Koning-ſtyl, daar men de Moolen meede opzet, en de Kraan op de Slee ſtelling, welke op een yzere Taats draayt in een Pot, en boven in een houte Pen; in den Uytlegger daar wind men het hout mede in de Moolen. Vorder ziet men een dubbel Krabbel-rat, het eene wat kleinder als het andere; de Deeling is groot ¾ duym‚ en als men wil, dat het wat gaauwer zaagt, dan moet men de Krabbel-yzers op het kleyne Rat leggen‚ zonder dat men de Palſtok verſteekt; en deze Palſtokken hebben haar bewerkzaamheyd aan ’t Pomp-Raam; ook ziet men het Opwinders-Rat met de Rol voor ’t end, en het Touw daar om, om het Hout in de Moolen te winden, en de Pal onder het Rat en een Palſtok daar aan om het hout te ſtryken, als het hoog genoeg gewonden is: ook ziet men den Uytlegger op zyde, met het Blok daar boven op, daar het Touw door gaat; ook ziet men