Naar inhoud springen

Pagina:Heimans&Thijsse1897HeiEnDennen1stEdition.djvu/80

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

70

wortels van de wolfsklauwen neerlaten en drukken ze goed weer dicht, zóó dat de klauwen vlak op de aarde liggen. Nu wollegras er tusschen, en een enkel kartelblad. Hier en daar zetten we bovendien wat hoorntand-mos in de hoeken.

Zoek nu eens even een klein wit porceleinen bakje, een leeg zalfpotje bijvoorbeeld; als ge niet anders vinden kunt, is voorloopig hout of spaan ook goed, als ’t maar diep is. Dit graven we tot aan de rand in een hoekje; het wordt de etensbak voor de kleine hagedissen en misschien voor de kikkers, ten minste als die domoors in staat zijn te leeren, dat ze daar altijd wormen kunnen vinden. Ons groen padje snapt het dadelijk, dat zult ge zien; dit diertje js vlug van begrip en het eerst van alle mak.

Het zinken bakje vullen we nu met water tot een eindje onder de rand. Aan de natte zijde, waar de aardkant het laagst moet zijn, leggen we in het water op wat steentjes een dik stuk mos, zoodat er een zacht glooiende helling ontstaat. In ’t midden vormen we met een steen en wat mos een eilandje, maar de helling aan de droge kant maken we zoo steil mogelijk.

De diertjes loopen dan liever aan weerszijden om het bakje heen, langs het smalle walletje tusschen glas en badbassin. Dit is van belang voor de droge zijde, daar anders te veel vuil water meegesleept wordt; daardoor gaan het mooie haarmos, het bekermos en de struikheide er gauw vies uitzien.

Kunt ge u de weelde veroorloven, er twee terrariums, al zijn het kleine, op na te houden, dan is het veel beter, het eene als nat, en het andere als droog terrarium in te richten.

Maar zóó samengesteld kan het voorloopig wel; vangen we van de zomer de andere soort hagedissen en ook hazelwor-