Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/170

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

XXV.

Autotomie en Regeneratie.


 

Van vossen en bunsings wordt herhaaldelijk verteld, dat zij, in een klem geraakt, hun voet afbeten en zoo ontsnapten. Het schijnt wetenschappelijk nog niet vast te staan, of wij hier te doen hebben met een geval van instinct of overleg, dan wel van razernij, door pijn en angst veroorzaakt. Mogelijk toch is 't, en mij dunkt zelfs waarschijnlijk, dat in een dergelijk geval de bunsing of de vos heelemaal niet instinctmatig handelt, nog veel minder denkt: beter mijn pootje kwijt dan mijn heele huid en mijn leven er bij.

Alle beesten, dat zien wij aan katten en honden wel, bijten naar de plaats, waar ze de pijn voelen en waar zij aangegrepen worden. Dat is het natuurlijkste en 't meest voor de hand liggende middel om de aanvallers te nopen tot loslaten. Wij kunnen ons wel voorstellen, al is 't moeilijk den gedachtengang van een dier te volgen, dat een vos of bunsing—die natuurlijk geen val vermoedt, zoo'n ding zeer waarschijnlijk ook niet kent—op 't oogenblik dat de verraderlijke ijzeren hand met pennen plotseling zijn poot omvat, meent door een mensch of ander hem nog onbekend roofdier te worden gegrepen. Het gemartelde beest bijt nu, dol van angst, naar de pijnlijke plek, van het harde ijzer glijden zijn tanden af, de wonden, die het zichzelf toebrengt, voelt het, dunkt me, haast niet, door de geweldige pijn die de scherpe punten en