Pagina:HeimansEli1906WandelenEnWaarnemen.djvu/213

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

213

vergezichten die men in Nederland hebben kan, eten ons broodje in Vaals of Bleijberg, passeeren de dag in Aken of aan de Gileppe en gebruiken 's avonds gezamenlijk het groote maal weer in onze groote gelagkamer, waar het billard overeind tegen den muur staat. Zoo blijven de uitstapjes ook voor fin-de-vacances-porte-monnaies uitvoerbaar. 't Is waar, men moet goede beenen en goede schoenen hebben om het hier naar zijn smaak te vinden. Epen. Toch heb ik hier luidjes gezien, die vier dagen achtereen uit waren, zooals wij zeggen, naar Aken, Dolhain, Luik en Valkenberg, altijd te voet naar 't naaste station en zoo elken dag minstens 20 K.M. over hoog en laag achter den rug hadden gebracht, de wandeling op de plaats van bestemming niet meegerekend, en die toch na de thee nog eventjes de kerk omliepen en als de automaat-polyphoon voor 5 pf. de Blaue Donau of de Faust-wals of een Mazurka opdraaide, nog een uurtje flink en vroolijk aan 't dansen sloegen. 't Loopen is hier lang zoo vermoeiend niet als ergens anders, beweren onze medegasten en dat moet wel zoo wezen, naar mijzelf te oordeelen.

In elk geval zoo'n abstecher, naar de Gileppe vooral, is de vóór- en nawandeling waard. Wij troffen een bijzonder mooien dag, niet te warm, bij afwisseling zon en schaduw. Wat lag dat groote bergmeer daar tusschen de hooge rotsen van het