Pagina:Multatuli - Indrukken van den dag - 2.djvu/21

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

59

dringen vruchtbaar te maken, is eene andere zaak, die hier nu niet behoeft te worden behandeld.” [1]


(Brief aan de kiezers te Amsterdam omtrent de keuze van een afgevaardigde in verband met Indische specialiteiten en batige saldo’s.)


„Toen ik mij geroepen achtte naar de mate van mijn vermogen invloed uit te oefenen op den loop der Indische zaken, stuitte ik op eene moeijelijkheid die ik aanvankelijk niet voorzag, doch waarvan het gewigt mij aldra in het oog viel.

„Die moeijelijkheid bestaat dáárin, dat ik in gemoede niet besluiten kan te behooren tot een der beide zijden waarin de staatkundige strekking van de personen die over Indische zaken het woord voeren, verdeeld is: ik heb geene kleur.

„Ik ben kleurloos in dien zin dat ik huiveren zoude de begrippen aan te kleven dergenen die heil verwachten van streng behoud. Ik wensch integendeel veel veranderd te zien, en begrijp volstrekt niet hoe men, met het oog op de wrange vruchten die het bestaande gedurig afwerpt, aan dat bestaande kan verkleefd zijn.

„Maar evenmin acht ik het betreden wenschelijk van den weg, dien anderen betreden willen, van den weg die door onoordeelkundig afbreken, vóór er iets nieuws zij in de plaats gesteld, — door het toepassen van Westersche begrippen op Oostersche zaken, — door het ondermijnen van Aziatisch gezag met de rammeijen van Westersche

  1. Daartoe is noodig: kennis van zaken, gezond verstand, moed, onomkoopbaarheid. . . . en meer dusdanige zeer excentrieke eigenschappen.
5*