Pagina:Multatuli - Verspreide stukken - Zesde druk (1879).pdf/64

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
56
Brief aan Ds. Francken.


behandelde hen goediger dan ze, ook zonder de valsheid die later bleek, eigenlyk verdiend hadden.

Want nadat m’n onbruikbaarheid als Christen even duidelyk gekonstateerd was, als de onmogelykheid om my te maken tot kultuurstelselaar, vry-arbeider, behouder of liberaal, scholden ze my uit…altyd heel voorzichtig en in ’t geheim, dit spreekt vanzelf! Openlyk optreden durven zy zoomin als ’n van Twist of ’n Minister.

Ik zou kurieuse staaltjes kunnen toonen van de wyze waarop die heeren — dominees en anderen nu — hun broodwinning, buitenplaats en »geachtheid” verdedigen. Veel vertellingen die Havelaar tot zoo’n »byzonder slecht mensch maken, komen uit zulke bron. ’t Is myzelf vaak ’n verrassing te vernemen wat ik nu-en-dan zoo-al heb uitgevoerd, en dikwyls ben ik verdrietig by de gedachte dat ik geen geld, geen tyd en geen levenslust genoeg heb, om eens inderdaad de persoon te zyn die men van my maakt. Zoo’n beetje ontspanning zou misschien gunstig werken. Toen Laurentius gebraden werd, vergenoegde men zich met braden. Maar ’t kwam den omstanders niet in den zin, hem nog bovendien te verwyten dat-i zich zoo buitengewoon amuzeerde op z’n rooster. Deze kwaadaardigheid is van later vinding.

Ik heb medelyden met de biografische-woordenboekschryvers van 1900 zooveel, en troost me intusschen met de geloofsbelydenis van Lystermannetje. Ik hoop dat die — zoowel in zedelyken en staatkundigen zin, als in ’t zoogenaamd godsdienstige — de katechismus der toekomst moge worden, ’t geen zooveel zeggen wil als dat er geen katechismus noodig is, wanneer de harten slechts niet verdraaid zyn. Dominees moeten zich tegen dien tyd maar toeleggen op ’t een-of-ander nuttig ambacht. Dit zy zoo!