*****************************
AB 1997 no. GT 1*CENTRAAL WETTENREGISTER*13 september 2013
*****************************
2. Een ieder, die gearresteerd is of gevangen wordt gehouden, overeenkomstig lid 1, onder c, van dit artikel, moet onverwijld voor een rechter worden geleid of voor een andere autoriteit die bij landsverordening bevoegd verklaard is om rechterlijke macht uit te oefenen, en heeft het recht binnen een redelijke termijn berecht te worden, of hangende het proces, in vrijheid te worden gesteld.
3. Een ieder die zijn vrijheid is ontnomen, heeft het recht:
4. Een ieder die het slachtoffer is geweest van een vrijheidsontneming in strijd met de bepalingen van dit artikel, heeft recht op schadeloosstelling.
5. Hij aan wie rechtmatig zijn vrijheid is ontnomen, kan worden beperkt in de uitoefening van grondrechten, voor zover deze zich niet met de vrijheidsontneming verdragen.
Artikel I.6
1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
2. Een ieder die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, wordt voor onschuldig gehouden, totdat zijn schuld volgens de landsverordening bewezen wordt.
3. Een ieder die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft de volgende rechten:
Artikel I.7
1. Ieder kan zich in rechte en in administratief beroep doen bijstaan.
2. Bij landsverordening worden regels omtrent het verlenen van rechtsbijstand aan minder draagkrachtigen gesteld.
Artikel I.8
Een ieder die zich rechtmatig op het grondgebied van Aruba bevindt, heeft het recht zich daar vrijelijk te bewegen, te verblijven en zijn woonstede te kiezen, behoudens bij of krachtens landsverordening te stellen beperkingen.