Pagina:Stijl vol 02 nr 12 p 133-144.djvu/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

voor levensuitdrukking. Gelijkwaardigheid is geen gelijkheid of gelijksoortigheid; evenmin als het quantitatieve gelijkheid inhoudt. Dit laatste zou wellicht, in het leven, tot werkeloosheid, in de beelding tot eentonigheid leiden. In de Nieuwe Beelding hebben we dan ook een gelijkwaardigheid van het een en het ander: een onderscheiden tweeheid dus. Het rythme is het eene en de onveranderlijke verhouding is het andere, veranderlijke verhouding van afmeting is het eene en onveranderlijke verhouding van stand is het andere. En in het beeldingsmiddel is de kleur het eene en de verschijning in het vlakke en rechthoekige het andere. In stand is het horizontale het eene en het vertikale het andere, enz. Juist omdat deze tweeheid zoo onderscheiden is kost het den abstract-realistischen schilder zulk een inspanning het evenwicht tusschen beide uitersten te vinden. Als hij erin slaagt het eene te beelden, ziet men dat het ten koste van het andere is, en als het hem gelukt het andere tot zuivere uitdrukking te brengen, lijdt het eene eronder. Maar al arbeidende komt hij ten slotte tot een betrekkelijk bevredigende oplossing.
X. Maar in de dans behoudt men toch de natuur, ondanks de verstrakking.
Z. Dat is zeer betrekkelijk: als U de verstrakte moderne kleeding bij natuurlijke kleeding of ook bij het naakt vergelijkt, zult U me dat toestemmen. Maar bovendien is de genoemde dans geen kunst van de hoogste orde: zuivere kunst eischt meer.
X. Ik kan me toch niet vereenigen met de idee dat de beelding buiten de natuur, buiten de realiteit moet gezocht worden.
Z. Ik evenmin — en dat moet ook niet. Veeleer moet zij in de natuur, in de realiteit worden gezocht. Dat heeft de schilderkunst dan ook gedaan: door het natuurlijk realisme kwam zij tot abstracte realiteit. En wel in den weg van het zuiver beeldend zien.
Y. U zeide reeds, dat het beeldend zien de vereeniging met het universeele inhoudt: wat houdt het eigenlijk praktisch in? Houdt het in de dingen te zien, zooals zij werkelijk beeldend optreden?
Z. Beeldend zien is bewust aanschouwen; nog juister: doorschouwen. Het is onderscheiden, het is waarheid zien. Het doet vergelijken en daardoor verhouding zien, of: verhouding zien en daardoor vergelijken. Het is de dingen, zooveel mogelijk, objectief zien. Het beeldend zien houdt echter ook onze beeldende activiteit in: door beeldend te zien destructiveeren we vanzelf de natuurlijke en reconstrueeren we de abstracte verschijning der dingen. Door beeldend te zien verbeteren we als het ware onze gewoon visueele ziening — en zóó herleiden we het individueele tot het universeele: zóó vereenigt het zuiver beeldend zien ons met het universeele. Het aesthetisch zuiver beeldend zien nu brengt het ware alzoo door het schoone, dus nog gesluierd, tot uitdrukking. Maar dit schoone kan niet meer het meest uiterlijk schoone zijn, enkel omdat het zuiver beeldend zien doorschouwt: voor het gewone zien wordt het een abstracte schoonheid.
X. Maar gesteld, dat de natuur ons nu eens zoo abstract verscheen — zou alles niet dood en zonder beteekenis voor ons zijn?

135