Pagina:Stijl vol 04 nr 06.djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

CAMINOSCOPIE

’N AN­TI­PHI­LO­SO­PHI­SCHE LE­VENS­BE­SCHOU­WING ZON­DER DRAAD OF SYS­TEEM DOOR

ALDO CAMINI

IV

De laatste poot van de hemestoel. — Ik zou wenschen, dat het laatste restje logica, waarmeê we de vroegere levensperioden verlieten besteed werd aan het besef, dat de ontwikkelingsstoornis veroorzaakt is door het aanhouden en conserveeren van een romaansch-katholieke z. g. n. godsdienstige levensverklaring. Gelukkig heeft het nieuwe industrieel-geestelijke Italië, dat reeds in het brein van Da Vinci aanving, daarmede machinaal afgerekend; al moet erkend worden dat juist in Italië, — waar men het noodig acht ons door middel van afschuwwekkend geverfde kalkpoppen aan de kortstondige uren van Europa’s religieuze bruiloft te herinneren, — zich nooit heeft beïnfluenceeren door wat geverfd gips, zelfs niet door massa’s Carrari’s marmer (Michel Angelo), al werd aan deze kwantiteit van organisch gevormd materiaal dan ook een anorganische, metaphysische waarde toegekend. Het rumoerig, eergierig gekrijsch van Savonerola heeft zelfs weinig uitwerking gehad, tenzij dan de versterking van het romantisch levensgevoel, dat in elk land ingesloten tusschen bazalt-steenen rotsen, en azuurblauw water, helaas sterk moet zijn.
Sinds Augustinus is de menschheid verstrikt in de dwaling, dat zij uit twee helften bestaat: een geestelijke en een lichamelijke. In de phylosofismen en theosofismen, — waarmede wij dank zij de nitroglycerineatmospheer van het moderne leven dagelijksch onze schoenen poetsen, — heeft zich het materialisme der godsdienst omgezet in een idealisme samengesteld uit principes en hypothesen. Het geloof aan een lichamelijken

82