Pagina:Van Alphen, Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1779).pdf/191

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd


CLAARTJE
BIJ DE SCHILDERIJ VAN HARE
OVERLEDENE MOEDER.

Wanneer ik neêrgezeten
Bedaard het beeld aanschouwe
Van mijne lieve moeder,
Dan rollen mij de tranen
Gestadig langs de wangen.
Dat lief en lagchend wezen,
Waar godvrugt en opregtheid
Bevalligheid en blijdschap
Zo klaar op is te lezen,
Doet mij dan bitter schreien,
Om dat ik haar moet missen;
Ik — nog geen negen jaren.
Wat heb ik niet al uurtjes
Met nut bij haar gezeten,
Wanneer zij mij, al spelend
Het een en ander leerde.